NJF 2018/45
Onrechtmatige executie. Bank heeft niet onrechtmatig gehandeld in haar rol als pandhouder bij executie door curator van later vernietigd vonnis. Vervolgprocedure op RvdW 2015/812 en samenhang met NJF 2017/44.
Hof Den Haag 07-11-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3066
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
7 november 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Joustra, H.M. Wattendorff, B.R. ter Haar
- Zaaknummer
200.197.752/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2017:3066, Uitspraak, Hof Den Haag, 07‑11‑2017
- Wetingang
Art. 3:246, 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige executie. Bank heeft niet onrechtmatig gehandeld in haar rol als pandhouder bij executie door curator van later vernietigd vonnis. Vervolgprocedure op RvdW 2015/812 en samenhang met NJF 2017/44.
Samenvatting
De rechtbank wijst de vordering tot betaling door de tandarts aan de curator toe. De curator legt het vonnis ten uitvoer. Het vonnis wordt vernietigd door het hof, welk arrest in cassatie in stand blijft (RvdW 2015/812). De tandarts vordert schade ten gevolge van de executie van het later vernietigde vonnis, stellende dat de bank als pandhouder van de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.