V-N 2022/46.23
Fiscale verzuimboeten sluiten latere strafvervolging niet uit
HR 04-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1364, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2022
- Magistraten
De Hullu, Kuijer, Kooijmans
- Zaaknummer
21/01817
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS674656:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal strafrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1364, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:643, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de verzuimboeten niet zijn opgelegd ter zake van hetzelfde feiten die aan X ten laste zijn gelegd. Er is namelijk een aanzienlijk verschil tussen de aard en ernst van enerzijds de feiten die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van verzuimboeten en anderzijds het ten laste gelegde.
Samenvatting
X exploiteert een belastingadvieskantoor. Door vermeende persoonlijke omstandigheden voldoet hij jarenlang geen BTW en betaalt de naheffingsaanslagen BTW ook niet. In geschil is of X zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. De politierechter geeft hem een taakstraf van 120 uren. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch betreffen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.