Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012
Artikel 73 Toepassing van Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 600/2014
Geldend
Geldend vanaf 17-09-2014
- Bronpublicatie:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 909/2014)
- Inwerkingtreding
17-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 909/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
CSD's die overeenkomstig artikel 16 van deze verordening een vergunning hebben verkregen, hebben geen vergunning uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU nodig om de diensten te verrichten die uitdrukkelijk in de afdelingen A en B van de bijlage worden vermeld.
Indien een CSD die overeenkomstig artikel 16 van deze verordening een vergunning heeft verkregen, een of meer beleggingsactiviteiten verricht naast het verrichten van uitdrukkelijk in de afdelingen A en B van de bijlage vermelde diensten, zijn Richtlijn 2014/65/EU, met uitzondering van de artikelen 5 tot en met 8, artikel 9, leden 1, 2, 4 en 6, en de artikelen 10 tot en met 13 en Verordening (EU) nr. 600/2014 van toepassing.