NJF 2021/42
Consumentenrecht. Geldlening. Vergoedingsbeding bij vervroegde aflossing niet onredelijk bezwarend of oneerlijk.
Hof Den Haag 08-12-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2281
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
8 december 2020
- Magistraten
Mrs. H.J. van Kooten, A.J.M.E. Arpeau, A.J. Swelheim
- Zaaknummer
200.267.768/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Hypotheken (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2020:2281, Uitspraak, Hof Den Haag, 08‑12‑2020
- Wetingang
Art. 6:233, 6:237 BW
Essentie
Consumentenrecht. Geldlening. Vergoedingsbeding bij vervroegde aflossing niet onredelijk bezwarend of oneerlijk.
Samenvatting
In dit geschil staat centraal de vraag of een beding in de algemene voorwaarden behorende bij een hypothecaire geldlening, dat inhoudt dat de geldlener een vergoeding verschuldigd is bij (een door hem gewenste) vervroegde aflossing, onredelijk bezwarend in de zin van art. 6:233 BW en/of een oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13/EEG is. Daarbij moet worden beoordeeld of de regeling in de algemene voorwaarden een wijziging (ten nadele van de consument) brengt in wat anders op grond van de regels van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.