NJ 2011/253
Testamentaire bevoordeling medische zorgverlener; ‘ziekte’ in zin van art. 4:953 (oud) BW; maatstaf.
HR 10-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN8534, m.nt. L.C.A. Verstappen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 december 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01321
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
L.C.A. Verstappen
- LJN
BN8534
- JCDI
JCDI:ADS96478:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Gezondheidsrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN8534, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN8534, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Testamentaire bevoordeling medische zorgverlener; ‘ziekte’ in zin van art. 4:953 (oud) BW; maatstaf.
De bepaling van art. 4:953 (oud) BW strekt (evenals het huidige art. 4:59 lid 1 BW) ertoe de zieke persoon te beschermen tegen misbruik door de medische of geestelijke zorgverlener van de afhankelijke relatie waarin de zieke tot hem staat, en maakt daartoe een testamentaire bevoordeling door de zieke onder de in het artikel genoemde omstandigheden — met uitsluiting van iedere discussie over de vraag of daadwerkelijk misbruik heeft plaatsgevonden — zonder meer (ver)nietig(baar). Daarom moet met het oog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.