BNB 2015/131
Fiscale eenheid komt niet tot stand, nu moedervennootschap van meet af aan geen economisch belang heeft bij aandelen dochtervennootschap
HR 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:962, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 2015
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Lourens, Bavinck, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/00486
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- JCDI
JCDI:ADS169480:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:962, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2014
- Wetingang
Art. 15 lid 1 Wet VPB 1969
Essentie
Fiscale eenheid komt niet tot stand, nu moedervennootschap van meet af aan geen economisch belang heeft bij aandelen dochtervennootschap
Samenvatting
Bij belanghebbende is in 2005 een herinvesteringsreserve van ca. € 2,4 miljoen in haar belastbare winst vrijgevallen. Op 13 december 2006 heeft belanghebbende een dochtervennootschap (BB BV) opgericht. Zij heeft verzocht met ingang van die datum samen met deze dochter als fiscale eenheid te worden aangemerkt, welk verzoek bij beschikking is ingewilligd. Op 1 december 2006 is de dochter als commanditaire vennoot een samenwerking aangegaan met G CV. De dochter heeft € 6.000.000 geleend van I coöperatie U.A., welk bedrag is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.