Universal Mobile Telecommunications System
Rb. Den Haag, 27-09-2017, nr. C/09/509477 / HA ZA 16-472
ECLI:NL:RBDHA:2017:10935
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
27-09-2017
- Zaaknummer
C/09/509477 / HA ZA 16-472
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2017:10935, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 27‑09‑2017; (Bodemzaak, Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2019:3433, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 27‑09‑2017
Inhoudsindicatie
IE-zaak. Telecom octrooi. Standaard-essentieel. Octrooi vernietigd. Gebrek nieuwheid/inventiviteit
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/509477 / HA ZA 16-472
Vonnis van 27 september 2017
in de zaak van
de naamloze vennootschap
KONINKLIJKE PHILIPS N.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres in conventie in de hoofdzaak en in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening,
verweerster in reconventie,advocaat mr. J.A. Dullaart te Naaldwijk (voorheen mr. L.Ph.J. baron van Utenhove te Den Haag),
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
WIKO SAS,
gevestigd te Marseille (Frankrijk),
gedaagde in conventie in de hoofdzaak en verweerster in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H. Lebbing te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Philips en Wiko genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 15 oktober 2015 waarbij verlof is verleend te dagvaarden volgens de regeling voor de versnelde bodemprocedure in octrooizaken,
- -
de dagvaarding van 19 oktober 2015,
- -
de akte houdende overlegging producties van 20 april 2016 met producties EP1 t/m 12,
- -
de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie van 6 juli 2016 met producties GP1 t/m 8,
- -
de conclusie van antwoord in reconventie van 31 augustus 2016, met producties EP12A t/m 16,
- -
de akte houdende wijziging van de grondslag van eis van 7 september 2016 van Philips,
- -
de akte houdende overlegging nadere producties van 12 oktober 2016 van Wiko, met producties GP9 t/m 14,
- -
de e-mail van mr. Van den Broek van 6 november 2016 waarin hij de door partijen gemaakte afspraak over de proceskosten als volgt weergeeft: “Het afgesproken bedrag bedraagt
€ 300.000,--, waarvan € 225.000,-- kan worden toegerekend aan de werkzaamheden m.b.t. de geldigheid en
€ 75.000,-- aan de overige werkzaamheden”,
- -
de akte houdende overlegging reactieve producties met roldatum 8 december 2016 van Philips, met producties EP17 en 18,
- -
de akte houdende overlegging reactieve producties met roldatum 8 december 2016 van Wiko, met productie GP15.
1.2.
Op 8 december 2016 heeft het pleidooi plaatsgevonden. Partijen hebben hun standpunten doen bepleiten, Philips door mrs. B.J. van den Broek en G. Theuws, advocaten te Amsterdam en Wiko door mrs. R.E. Ebbink, R. Hermans en G.D.G.M.G. Béquet, advocaten te Amsterdam, bijgestaan door mr. ir. F.A.T. van Looijengoed, octrooigemachtigde. Partijen hebben pleitnotities overgelegd. Naar aanleiding van het door Wiko gemaakte bezwaar tegen de toelaatbaarheid van (het beroep op) de hulpverzoeken van Philips en het bezwaar van Philips tegen productie 15 van Wiko, heeft de rechtbank meegedeeld daarover bij vonnis te zullen beslissen.
1.3.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.
2. De feiten
2.1.
Philips is houdster van octrooien die zij essentieel acht voor de technische standaarden UMTS1.(3G) en LTE2.(4G) voor mobiele communicatie. Philips heeft bij de standaardisatie-organisatie ETSI3.deze octrooien als essentieel aangemeld, en heeft zich er schriftelijk toe verbonden deze octrooien op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende (FRAND) voorwaarden in licentie te geven, overeenkomstig ETSI’s IPR Policy.
2.2.
Bij brief van 13 oktober 2014 heeft Philips haar UMTS- en LTE-octrooiportfolio en licentieprogramma bij Wiko onder de aandacht gebracht, zich daarbij op het standpunt stellend dat Wiko diverse mobiele communicatie-apparaten fabriceert of verhandelt die inbreuk maken op één of meer van haar UMTS/LTE-octrooien. Een licentieovereenkomst is niet tot stand gekomen.
2.3.
Eind 2015 is Philips inbreukprocedures tegen Wiko gestart bij deze rechtbank ter zake haar octrooien EP 1 685 659 (EP 659 - deze zaak), EP 1 623 511 (EP 511) en EP 1 440 525 (EP 525). Deze octrooien zijn aangemeld als essentieel voor de zogenaamde HSDPA/HSUPA4.-optie binnen de UMTS-standaard, waarmee een snelle dataoverdracht kan worden gerealiseerd (ook wel aangeduid met 3.5G of 3G+).
EP 659
2.4.
EP 659, met de titel “A radiocommunication system, method of operating a communication system, and a mobile station” is verleend op 3 oktober 2007 op een internationale octrooi-aanvrage van 9 november 2004, gepubliceerd als WO 2005/048483, met inroeping van prioriteit van de Britse octrooi-aanvrage GB 0326365 van 12 november 2003. Het octrooi is onder meer van kracht in Nederland.
2.5.
De conclusies van EP 659 luiden in de oorspronkelijke Engelse taal als volgt:1. A mobile station (200) for use in a communication system having a base station (100), the mobile station (200) comprising: receiver means (220) for receiving from the base station (100) a first downlink signal, measurement means (250) for measuring a parameter of the received first downlink signal; power control means (230) for generating first power control commands in response to the measured parameter; and transmitter means (240) for transmitting the first power control commands to the base station (100); wherein the measurement means (250) is adapted to measure the parameter of the first downlink signal while first downlink signal is modulated with non-predetermined data values and is subjected to transmit power control in accordance with the first power control commands.
2. A mobile station (200) as claimed in claim 1, wherein the receiver means (220) is adapted to receive from the base station a second, non-power controlled downlink signal and to derive a channel estimate from the second downlink signal, and to employ the channel estimate to decode the first downlink signal.
3. A mobile station as claimed in claim 1 or 2, wherein the power control means (230) is adapted to decode the non-predetermined data values comprising second power control commands and to adjust the transmit power of the transmitter means in accordance with the decoded second power control commands.
4. A radio communication system comprising a base station (100) and at least one mobile station (200) as claimed in any of claims 1,2, or 3.
5. A radio communication system as claimed in claim 4, the base station (100) comprising a receiver means (120) for receiving the first power control commands and a transmitter means (140) for transmitting the first downlink signal modulated with non-predetermined data values and subjected to transmit power control in accordance with the first transmit power control commands.
6. A method of operating a communication system comprising a base station (100) and at least one mobile station (200), comprising at the base station (100), receiving first power control commands transmitted by the mobile station (200) and transmitting a first downlink signal modulated with non-predetermined data values and subjected to transmit power control in accordance with the first power control commands, and at the mobile station (200), receiving the first downlink
signal, measuring a parameter of the first downlink signal modulated with the non-predetermined data values, generating the first power control commands in response to the measured parameter, and transmitting the first power control commands.
7. A method as claimed in claim 6, comprising at the base station (100), transmitting a second downlink signal at a constant power level, and at the mobile station (200), receiving the second signal, deriving a channel estimate from the second downlink signal, and employing the channel estimate to decode the first downlink signal.
8. A method as claimed in claim 6 or 7, comprising at the base station (100), arranging for the non-predetermined data values to comprise second power control commands and, at the mobile station (200), decoding the second power control commands and adjusting the transmit power of the mobile station (200) in accordance with the second power control commands.
2.6.
De conclusies 1, 2 en 3 luiden in de Nederlandse vertaling als volgt:
1.
Mobiel station (200) voor gebruik in een communicatiesysteem met een basisstation (100), waarbij het mobiele station (200) het volgende omvat:
ontvangmiddelen (220) voor het ontvangen van een eerste neergaand signaal van het basisstation (100),
meetmiddelen (250) voor het meten van een parameter van het ontvangen eerste neergaande signaal,
vermogensbesturingsmiddelen (230) voor het opwekken van eerste vermogensbesturingscommando's in reactie op de gemeten parameter en
zendmiddelen (240) voor het verzenden van de eerste vermogensbesturingscommando's naar het basisstation (100);
waarbij de meetmiddelen (250) zijn ingericht voor het meten van de parameter van het eerste neergaande signaal terwijl dit eerste neergaande signaal gemoduleerd wordt met niet vooraf bepaalde gegevenswaarden en aan een transmissievermogensbesturing onderworpen wordt overeenkomstig de eerste vermogensbesturingscommadando's.
2.
Mobiel station (200) volgens conclusie 1, waarbij de ontvangmiddelen (220) ingericht zijn voor het ontvangen van een tweede, niet vermogensgestuurd neergaand signaal van het basisstation, voor het afleiden van een schatting ten aanzien van het kanaal uit het tweede neergaande signaal en voor het gebruiken van deze schatting ten aanzien van het kanaal om het eerste neergaande signaal te decoderen.
3.
Mobiel station volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vermogensbesturingsmiddelen (230) ingericht zijn voor het decoderen van de niet vooraf bepaalde gegevenswaarden die tweede vermogensbesturingscommando's omvatten en voor het aanpassen van het zendvermogen van de zendmiddelen overeenkomstig de gedecodeerde tweede vermogensbesturingscommando's.
2.7.
In de beschrijving van het octrooischrift staat onder meer:
[0002] In a radio communication system comprising base stations of fixed location and mobile stations, transmissions from a base station to a mobile station take place on a downlink channel and transmissions from a mobile station to a base station take place on an uplink channel. It is known to use downlink closed loop transmit power control in which a mobile station measures the quality of a received power controlled downlink pilot signal and transmits transmit power control (TPC) commands to a base station so that an adequate, but not excessive, received signal level is maintained at the mobile station despite fluctuations in downlink channel conditions.
It is also known to use uplink closed loop transmit power control in which a base station measures the quality of a received uplink pilot signal and transmits transmit power control (TPC) commands to a mobile station so that an adequate, but not excessive, received signal level is maintained at the base station despite fluctuations in uplink channel conditions.
[0003] When a plurality of mobile stations share a channel, separate TPC commands are provided for each active mobile station because each mobile station will experience unique channel fluctuations. Similarly, a separate downlink pilot signal is provided for each active mobile station; each mobile station demodulates its respective pilot signal to estimate the channel characteristics prevailing for that mobile station and optionally to generate a phase reference. The estimated channel characteristics and the phase reference are then used to assist demodulating information carrying signals. The pilot signals comprise predetermined data values to enable a mobile station readily to determine distortion introduced by the channel.
(…)
[0005] The transmission of the pilot signals and the TPC commands uses system resources. For example, in a Code Division Multiple Access (CDMA) system channel codes are required for the pilot signals and TPC commands, and in a Time Division Multiple Access (TDMA) system time slots are required for the pilot signals and TPC commands.
(…)
[0007] An object of the invention is to reduce the requirement for system resources.
(…)
[0011] The invention is based on the realisation that downlink closed loop power control may be operated by measuring the quality of received downlink non-predetermined data symbols instead of predetermined pilot symbols, and that in some circumstances, separate downlink pilot signals for each active mobile station are not necessary for channel estimation. In some circumstances, downlink channel estimation is not required at all, and in other circumstances a common downlink pilot signal transmitted at a constant power level may be used instead of separate pilot signals. In some circumstances, the base station transmits a second, non-power controlled, downlink signal, or a constant power level downlink signal, the mobile station being adapted to derive a channel estimate from this signal. Consequently, operation is possible using fewer downlink system resources.
[0012] Optionally, the non-predetermined data values used for measuring the quality of a received signal for downlink closed loop power control may convey downlink TPC commands used for uplink power control.
(…)
[0014] One application for the invention is in the Universal Mobile Telecommunication System (UMTS). In the UMTS Frequency Division Duplex (FDD) mode, in Release 5 of the UMTS Specifications which may be viewed at http://www.3gpp.org, it is possible to operate High Speed Downlink Packet Access (HSDPA) in such a way that a downlink dedicated channel is not needed for data (user or signalling), as data can be sent via the High Speed Downlink Shared Channel (HS-DSCH). A dedicated channel uses a single channel code for exactly one user, while a shared channel allows a plurality of
users to share a single channel code, either simultaneously, or in rapid time multiplex. Even though data can be sent via a shared channel, a downlink Dedicated Channel (DCH) is still required for transmitting TPC commands for each active mobile station, in order to control the uplink transmit power.
[0015] The existence of a downlink DCH requires the allocation of a channel code for the duration of the connection. One way of operating the downlink DCH is to configure it as a fractional DCH which comprises only pilot symbols and TPC commands, with multiple users multiplexed on to the same channel code in such a way that each user uses the channel code for only a fraction of each timeslot. Signalling is used to assign mobile stations to use a particular channel code and fraction of a timeslot, in order to align the uplink and downlink power control timing. Such a scheme frees up channel codes which can be used to increase system capacity. However the present invention requires even fewer resources.
(…)
[0017] The invention is based on the recognition that separate pilot symbols for each active mobile station are not necessary in at least two cases:
1) Where the transmitted phase of the DCH is referenced to that of a common pilot signal, for example by using the same antenna(s) and antenna weights for both the DCH and the common pilot signal to which the phase of the DCH is referenced. In this case the characteristics of the radio channel can be estimated from the common pilot signal and this estimate can be used to demodulate the TPC bits. This first case is very likely to apply in HSDPA, as the HS-DSCH will be assigned a common pilot signal as a reference and the same common pilot signal can be used for the fractional DCH. Since the total power used by fractional DCH’s is not likely to be very large, the benefits of separate antenna beamforming for fractional DCH will not be large.
2) Where different antennas or antenna weights are used for the common pilot signal and the DCH, but the correlation between them is sufficiently good that the common pilot signal can be used to make a reasonable channel estimate for the DCH, such that the data on the DCH can be received reliably.
[0018] So, in accordance with the invention the downlink fractional DCH can consist only of non-predetermined information bits multiplexed between users. A special case of particular interest is where these information bits carry TPC commands. The amplitude of individual TPC bits may be adjusted by the base station according to power control commands received from the relevant mobile station. The mobile station determines the radio channel phase characteristics from an appropriate common pilot signal, demodulates the TPC commands, and increases or decreases the mobile station uplink DPCCH power as required. In addition, the mobile station uses the amplitude of the received TPC bits to determine any TPC commands sent in the uplink.
(…)
[0032] (…) The signal parameter measured by the measurement means (…), may be, for example, any of signal to noise ratio; signal to interference ratio; Eb/N0 (where Eb
is energy per bit and N0 is noise density).
[0033] (…) One application for the invention is a fractional control channel in UMTS FDD (frequency division duplex) mode. With a spreading factor of 256 there are 10 symbols per slot. Therefore one slot can conveniently support either 2, 5 or 10 users with 5, 2 or 1 symbol per TPC command respectively.
(…)
[0035] Optionally, by avoiding the need to transmit a separate pilot signal for each user, the energy that would have been used to transmit the separate pilot signals may be redeployed by increasing the number of symbols used to transmit the TPC commands, thus improving the reliability of the TPC commands.
[0036] In the present specification and claims the word "a" or "an" preceding an element does not exclude the presence of a plurality of such elements. Further, the word "comprising" does not exclude the presence of other elements or steps than those listed.
2.8.
Tot de stand van de techniek op de prioriteitsdatum van EP 659 behoort onder meer de binnen 3GPP5.ontwikkelde technische specificatie TS 25.211 V.2.1.0. (1999-06) van juni 1999, met de titel “Physical Channels and mapping of transport channels onto physical channels (FDD)” (hierna: TS 25.211).
2.8.1.
In Hoofdstuk 5 “Physical channels”, blz. 8, staat onder meer, :
Physical channels typically consist of a three-layer structure of superframes, radio frames, and time slots, although this is not true for all physical channels. Depending on the symbol rate of the physical channel, the configuration of radio frames or time slots varies.(…)
- Radio frame : A Radio frame is a processing unit which consists of 16 time slots.- Time slot : A Time slot is a unit which consists of the set of information symbols.The number of symbols per time slot depends on the physical channel.- Symbol : One symbol consists of a number of chips. The number of chips persymbol is equivalent to the spreading factor of the physical channel.
2.8.2.
Op blz. 8 staat voorts in paragraaf 5.2.1 “Dedicated uplink physical channels”:
There are two types of uplink dedicated physical channels, the uplink Dedicated Physical Data Channel (uplink DPDCH) and the uplink Dedicated Physical Control Channel (uplink DPCCH).
2.8.3.
In paragraaf 5.3.2 “Dedicated downlink physical channels”, blz 16 e.v., is het Downlink Dedicated Psychical Channel (DPCH) beschreven. Van dit kanaal, bestaande uit een DPCCH-kanaalgedeelte en een DPDCH-kanaalgedeelte, is een framestructuur en een tabel met distributiepatronen van de bits in elk frame en elk slot weergegeven, een en ander zoals hieronder (gedeeltelijk) opgenomen:
There is only one type of downlink dedicated physical channel, the Downlink Dedicated Physical Channel (downlink DPCH).
Within one downlink DPCH, dedicated data generated at Layer 2 and above, i.e. the dedicated transport channel (DCH), is transmitted in time-multiplex with control information generated at Layer 1 (known pilot bits, TPC commands, and an optional TFCI). The downlink DPCH can thus be seen as a time multiplex of a downlink DPDCH and a downlink DPCCH, compare Section 5.2.1. (…)
Figure 9 shows the frame structure of the downlink DPCH. Each frame of length 10 ms is split into 16 slots, each of length Tslot = 0.625 ms, corresponding to one power-control period. A super frame corresponds to 72 consecutive frames, i.e. the super-frame length is 720 ms.
The parameter k in Figure 9 determines the total number of bits per downlink DPCH slot. It is related to the spreading factor SF of the physical channel as SF = 512/2k. The spreading factor may thus range from 512 down to 4.
The exact number of bits of the different downlink DPCH fields in Figure 9 (Npilot, NTPC, NTFCI, Ndata1 and Ndata2) is yet to be determined. (…)
The DPCCH fields are spread using the same channelization code used for the DPDCH field. A channelization code for the highest bit rate to be served during the connection (for a given DPCH) should be assigned (with spreading factor SF1).(…)
Table 9 shows the number of bits per slot of the various fields. There are basically two types of downlink Dedicated Physical Channel; those that include TFCI (e.g. for several simultaneous services) and those that do not include TFCI (e.g. for fixed-rate services). These types are reflected by the duplicated rows of Table 9. The channel bit and symbol rates given in Table 9 are the rates immediately before spreading.
Channel Bit Rate (kbps) | Channel Symbol Rate (kbps) | SF | Bits/Frame | Bits/Slot | DPDCH Bits/Slot | DPCCH Bits/Slot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
DPDCH | DPCCH | TOT | NData1 | NData2 | NTFCI | NTPC | NPilot | ||||
16 | 8 | 512 | 64 | 96 | 160 | 10 | 2 | 2 | 0 | 2 | 4 |
16 | 8 | 512 | 32 | 128 | 160 | 10 | 0 | 2 | 2 | 2 | 4 |
32 | 16 | 256 | 160 | 160 | 320 | 20 | 2 | 8 | 0 | 2 | 8 |
32 | 16 | 256 | 128 | 192 | 320 | 20 | 0 | 8 | 2 | 2 | 8 |
2.8.4.
In “Appendix A: Power Control Timing”, (blz. 36) staat onder meer:
Responding to a downlink TPC command, the UE shall change its uplink DPCH output power at the beginning of the first uplink pilot field after the TPC command reception. Responding to an uplink TPC command, BTS shall change its DPCH output power at the beginning of the next downlink pilot field after the TPC command reception.(…)The UE shall decide and send TPC commands on the uplink based on the downlink SIR measurement. (…)
Fig. A-1 illustrates an example of transmitter power control timings.
2.8.5.
In onderstaande uitsnede van de hiervoor genoemde figuur A-1 is het TPC veld in een opgaand DPCCH-kanaal (dus van het mobiele station naar het basisstation) gemarkeerd.
2.9.
Tot de stand van de techniek op de prioriteitsdatum van EP 659 behoort ook een bijdrage van Nortel Networks ten behoeve van werkgroepbijeenkomst 6 van de zogenaamde TSG-RAN Working Group 1, die plaatsvond van 13-16 juli 1999 in Espoo, Finland, met aanduiding TSGR1#6(99)968 en titel: “An Additional slot structure to support low bit rate services as a result of the harmonization” (hierna: Nortel 1).
2.9.1.
In Nortel 1 wordt - in relatie tot de implementatie van een specifieke spraakcodec, de EVRC (Enhanced Variable Rate Codec) - een voorstel gedaan voor de inrichting van het DPCH volgens TS 25.211. In het hieronder weergegeven deel van hoofdstuk 4 van Nortel 1 worden voor het DPCCH-deel 4 slotstructuren als optie genoemd (hierna aangeduid als optie 1, 2, 3 en 4 van Nortel 1). In hoofdstuk 1, 4 en 5 van Nortel 1 staat onder meer het volgende:
1. IntroductionFor harmonisation, the issue of concern to cdma2000 operators is the ability to efficiently support voice services with a spreading factor of 256. This was reflected in the OHG6.report[1], section 2.2.2.4 "In order to efficiently support low rate data services (e.g., 8kbps voice services, with a rate 1/3 FEC code and a spreading factor of 256 the number of pilot bits applied to the dedicated traffic channel is under consideration."
The OHG did not conclude on the minimum number of pilot bits, that is say whether there should be a minimum of 2 pilot bits in the DPCCH or no pilot bits, the two cases being listed in [2]. The decision criterion is mostly linked to the power control process. Going for zero pilot bits may indeed require to have two power control algorithms, one relying solely on the DPCCH, and the other relying on the DPCCH and the common pilot. The first algorithm had indeed anyway to be implemented for connection where no common pilot is used, like spot beam.
In the following, we would like to initiate some discussion relative to the slot structure, inluding [sic] the minimum number of pilot bits, for SF=256 considering one the mostly used vocoders in IS-95 and cdma2000. In the first step we recall the main characteristics of transmission in EVRC and identify the requirements for support of EVRC with SF=256 in UTRA FDD. Then we discuss the slot structure satisfying the identified requirements.(…)
4. 4. Slot and frame structure for the support of EVRC in UTRA FDD
(…)Considering the code tail of 8 bits and a CRC length of 16 bits, the total number of bits per 20 ms equals 171+16+8 = 195 bits. Assuming equal error protection with a rate 1/3 convolutional code, this gives 585 bits per 20ms interval or 293 coded bits per 10 ms interval. At a spreading factor of 256, there are 300 bits per 10 ms frame to be divided between the DPDCH and DPCCH fields. With 2 bits per slot for TPC (or 30 bits per 10 ms frame), this leaves 270 bits for the DPDCH + pilot bits + TFCI bits. Some level of puncturing will therefore be required in the DPDCH rate matching scheme to fit the voice service in, the puncturing rate depending on the number of pilot bits and whether TFCI is used or not. In general, as long as the puncturing rate is below 20%, there will be no significant degradation in the FEC coding. A puncturing rate of 20 % would allow 30 bits/ 10 ms for the DPCCH apart from the TPC, which would lead to 2 additional bits per slot in the DPCCH.
Looking at Table 9 in 25.211 for the Downlink DPDCH and DPCCH fields, there are four possible options for combinations of TFCI, TPC and Pilot bits that might be contemplated for SF=256:
1. N_tfci = 0, N_tpc = 2, N_pilot = 0=> DPCCH = 30 bits/frame, DPDCH = 270 bits/frame
2. N_tfci = 0, N_tpc = 2, N_pilot = 2=> DPCCH = 60 bits/frame, DPDCH = 240 bits/frame
3. N_tfci = 2, N_tpc = 2, N_pilot = 0=> DPCCH = 60 bits/frame, DPDCH = 240 bits/frame
4. N_tfci = 2, N_tpc = 2, N_pilot = 2=> DPCCH = 90 bits/frame, DPDCH = 210 bits/frame
The last of these options is really not acceptable for an EVRC voice service as the puncturing rate is 1 - 210/293 * 0.28 or 28%. Option 1 would be the most ideal if the objective is to minimize the level of puncturing, however, if one wants to estimate the SIR for power control from the DPCCH, the estimate will not be that accurate with only one symbol (the TPC symbol).This leaves us with Options 2 and 3.
(…)
There is probably not much to distinguish Options 2 and 3 in terms of performance, both corresponding to two DPCCH symbols. (…)
5. Conclusion
In the framework of the harmonisation there is a need to revisit the slot structure and in particular to agree on the minimum number of pilot bits per slot, whether it should be 0 or 2.
Looking at the particular example of SF=256, and considering the support of EVRC with equal error protection (code rate 1/3 with maximum puncturing of 20%), it appears that two slot structures might be able to satisfy the requirements (2 TFCI bits+0 pilot + 2 TPC bits, 0 TFCI+2 pilot bits +2TPC). A configuration with 2TFCI+2pilot bits would not be acceptable since the puncturing rate would be too great. The two acceptable configurations would provide a 2 symbol DPCCH to rely on to perform the measurement to support the power operation, not making mandatory the implementation of a power control algorithm relying either on the data bits or the common pilot.
(…)
Overall, there is a need to look at the performance of the two configurations. However, it is not clear so far whether BRD is compatible with frame stealing for signalling, and the dynamic rate adaptation of the vocoder. It might well be that a TFCI is needed to indicate the speech rate and the presence of signalling, making the configuration 2 TFCI bits+ 2TPC bits+ 0 pilot the only viable option for support of EVRC. There would be no pilot bit and the SIR estimation would rely on the 2 bits TPC + 2bits TFCI. This would therefore lead to the introduction of a slot structure for SF=256 consisting of 16 bits for the DPDCH and 4 bits for the DPCCH with 2 bits TPC + 2bits TFCI + 0 bits Pilot. Other slot structures would be possible for that same SF and other SF, but would not be expected to support EVRC ultimately. Our recommendation is therefore to introduce such a slot structure in 25.211.
2.10.
De verwijzing in de 2e alinea van paragraaf 1 van Nortel 1 naar “[2]” (“the two cases being listed in [2]”) betreft een bijdrage van Alcatel et al. voor werkgroepbijeenkomst 5 van TSG-RAN Working Group 1 van 1-4 juni 1999 in Cheju Island, Korea, met aanduiding TSGR1#5(99)677 en titel “Impact of OHG harmonization recommendation on UTRA/FDD and UTRA/TDD” (hierna: Alcatel). In Alcatel staat onder meer:
“The Operators Harmonization Group (OHG) has recommended a harmonization of the two main CDMA-based 3G concepts, UTRA and cdma2000, into a common concept based on three modes; Direct-spread/FDD (DS), Multi-carrier FDD (MC), and TDD. The OHG recommendation includes specific proposals regarding chip rate, pilot, and synchronization for the DS mode. These proposals imply the following modifications to the physical layer of UTRA/FDD:
(…)- Modification of the common pilot structure of UTRA/FDD from a TDM common pilot to a CDM common pilot(…)
In this paper we identify parts of the current UTRA/FDD specification that need to be modified in order to implement the OHG recommendation.”
(…)
The CPICH is a new unmodulated (SF=256) down-link physical channel used by the terminal equipment to perform searching and identification (3rd step) as well as channel tracking and channel estimation. (…) The CPICH is transmitted continuously (100% duty cycle)
(…)
The continuous common pilot can, in many cases, be used by the UE to perform part or all of the channel estimation. (…)”
2.11.
Tot de stand van de techniek op de prioriteitsdatum van EP 659 behoort ook een bijdrage van Nortel Networks ten behoeve van werkgroepbijeenkomst 34 van de TSG-RAN Working Group 1, van 6-10 oktober 2003 in Seoul, Zuid-Korea, met aanduiding R1-031073 en titel: “Fractional dedicated physical channel, discussion on multiplexing options” (hierna: Nortel 2). In Nortel 2 wordt, in de context van de standaardisatie van het HSDPA-protocol, een voorstel voor de inrichting van het downlink fractional dedicated channel gedaan. Nortel 2 bevat onder meer de volgende passages:
1. Introduction
During RAN1#32, R1-030546 was presented which introduced the fractional dedicated physical channel concept. This concept allows to reduce the code consumption of HSDPA data-only users allowing to time multiplex several users on the same code channel.In this contribution, we present further details and implementation options of the proposed scheme with a particular focus on inner loop power control.
(…)
2. Principles and summary of the proposal
(…)
The objective of this proposal is to share given codes among HSDPA users to allow more users to share the same resource with the following requirements
(…).
In order to fulfil these requirements:
UE specific TPC bits are needed to keep the UL power control loop for each UE
Pilot bits are needed to allow the Fractional dedicated physical channel to be power controlled and allow DL synchronisation to be maintained by each UE.
The fractional dedicated channel can thus be seen as a shared power control channel i.e. one code is shared between different users to carry power control and pilot bits.
(…)
3. Fractional dedicated physical channel (F-DPCH) multiplexing options and impact on power control loops In the previous meeting, a possible structure was presented where for each UE the F-DPCH carries pilot and TPC bits (…). For simplification reasons no particular attention had been paid to the timing structure. In the following, several alternatives are presented and their respective impact on inner and outer loop control are discussed:
- Option 1 : pilot position is unchanged, TPC bits are advanced in time
- Option 2 : TPC position is unchanged, pilots are advanced in time
- Option 3 : same as current
The corresponding slotstructures are presented below
(…)
3.3.
Option 3 : Same slot structure as the current one is kept
The main advantage with this approach is that UL and DL power control loop are not affected at all. However since there is a fixed time offset between pilot and TPC field intended for a given UE, this option will considerably limit the number of UE which can be multiplexed in the same time slot duration.
At SF = 128 there are 28 bits between TPC and pilot bits, this limits the number of Ues which can be multiplexed in a one time slot duration to 2.With option 3 it seems the gain in terms of OVSF codes consumption is lost i.e. 2 Ues on 1 SF = 128 F-DPCH code is equivalent to 2 Ues on SF = 256 dedicated codes (carrying only DCCH signalling).
2.12.
Philips heeft ten behoeve van de onderhavige procedure een eerste en tweede hulpverzoek geformuleerd, waarop zij in conventie en reconventie een beroep doet.
2.12.1.
In het eerste hulpverzoek (hulpverzoek I) zijn de conclusies 1, 3, 5, 6 en 8 als volgt gewijzigd (wijzigingen onderstreept of doorgehaald):
1. A mobile station (200) for use in a communication system having a base station (100), the mobile station (200) comprising: receiver means (220) for receiving from the base station (100) a first downlink signal on a downlink fractional dedicated channel consisting only of non-predetermined data values multiplexed between users, measurement means (250) for measuring a parameter of the received first downlink signal; power control means (230) for generating first power control commands in response to the measured parameter; and transmitter means (240) for transmitting the first power control commands to the base station (100); wherein the measurement means (250) is adapted to measure the parameter of the first downlink signal while the first downlink signal is modulated with the non-predetermined data values and is subjected to transmit power control in accordance with the first power control commands, and wherein the non-predetermined data values consist of second power control commands.
3. A mobile station as claimed in claim 1 or 2, wherein the power control means (230) is adapted to decode the non-predetermined data values of the received first downlink signal comprising second power control commands and to adjust the transmission power of the transmitter in accordance with the decoded second power control commands.
5. A radio communication system as claimed in claim 4, the base station (100) comprising a receiver means (120) for receiving the first power control commands and a transmitter means (140) for transmitting the first downlink signal modulated with non-predetermined data values, and subjected to transmit power control in accordance with the first transmit power control commands, wherein the first downlink signal is transmitted on a downlink fractional dedicated channel consisting only of non-predetermined data values multiplexed between users, and wherein the non-predetermined data values consist of second power control commands.
6. A method of operating a communication system comprising a base station (100) and at least one mobile station (200), comprising at the base station (100), receiving first power control commands transmitted by the mobile station (200) and transmitting a first downlink signal modulated with non-predetermined data values, and subjected to transmit power control in accordance with the first transmit power control commands, wherein the first downlink signal is transmitted on a downlink fractional dedicated channel consisting only of non-predetermined data values multiplexed between users andat the mobile station (200) receiving a first downlink signal, measuring a parameter of the first downlink signal modulated with the non-predetermined data values, generating the first power control commands in response to the measured parameter, and transmitting the first power control commands, wherein the first downlink signal is received on the downlink fractional dedicated channel consisting only of non-predetermined data values multiplexed between users, and wherein the non-predetermined data values consist of second power control commands.
8. A method as claimed in claim 6 or 7, comprising at the base station (100), arranging for the non-predetermined data values to comprise second power control commands and, at the mobile station (200), decoding the second power control commands and adjusting the transmit power of the mobile station (200) in accordance with the second power control commands.
Conclusies 1 en 3 luiden in de Nederlandse vertaling:
1. Mobiel station (200) voor gebruik in een communicatiesysteem met een basisstation
(100), waarbij het mobiele station (200) het volgende omvat:
ontvangmiddelen (220) voor het ontvangen van een eerste neergaand signaal van het
basisstation (100) op een neergaand fractioneel functiegebonden kanaal uitsluitend
bestaande uit niet vooraf bepaalde gegevenswaarden die tussen gebruikers gemultiplext
zijn,
meetmiddelen (250) voor het meten van een parameter van het ontvangen eerste
neergaande signaal,
vermogensbesturingsmiddelen (230) voor het opwekken van eerste
vermogensbesturingscommando’s in reactie op de gemeten parameter en
zendmiddelen (240) voor het verzenden van de eerste vermogensbesturingscommando’s
naar het basisstation (100);
waarbij de meetmiddelen (250) zijn ingericht voor het meten van de parameter van het
eerste neergaande signaal terwijl dit het eerste neergaande signaal gemoduleerd wordt
met de niet vooraf bepaalde gegevenswaarden en aan een
transmissievermogensbesturing onderworpen wordt overeenkomstig de eerste
vermogensbesturingscommando’s, en
waarin de niet vooraf bepaalde gegevenswaarden bestaan uit tweede
vermogensbesturingscommando’s.
3. Mobiel station volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vermogensbesturingsmiddelen (230)
ingericht zijn voor het decoderen van de niet vooraf bepaalde gegevenswaarden die
tweede vermogensbesturingscommando’s omvatten en voor het aanpassen van het
zendvermogen van de zendmiddelen overeenkomstig de gedecodeerde tweede
vermogensbesturingscommando’s.
2.12.2.
In het tweede hulpverzoek (hulpverzoek II) is ten opzichte van hulpverzoek I, als laatste maatregel aan conclusies 1, 5 en 6 toegevoegd (onderstreept):
…second power control commands and wherein the downlink fractional dedicated channel is a fractional control channel in UMTS FDD mode having a spreading factor of 256 and comprising ten symbols per slot, such that one slot can support ten users with one symbol per TPC command.
In de Nederlandse vertaling:
... tweede vermogensbesturingscommando’s en waarin het neergaand fractioneel functiegebonden kanaal een fractioneel besturingskanaal in UMTS FDD-modus is met een spreidingsfactor van 256 en omvattende tien symbolen per venster, zodanig dat één venster tien gebruikers kan ondersteunen met één symbool per TPC commando.
3. Het geschil
in conventie in de hoofdzaak en in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening
3.1.
Philips vordert samengevat - zowel provisioneel als in de hoofdzaak -
i) een verbod op betrokkenheid van Wiko bij (directe en/of indirecte) inbreuk op EP 659
en voorts in de hoofdzaak ii) een verklaring voor recht dat de producten van Wiko met HSDPA functionaliteit (hierna: Wiko-producten) onder de beschermingsomvang vanEP 659 vallen, iii) een bevel tot het doen van opgave van de afnemers van Wiko-producten
iv) een bevel tot het sturen van een nader omschreven rectificatiebrief aan deze afnemers, alsmede v) een bevel tot vernietiging van (promotiemiddelen voor) Wiko-producten, vi) veroordeling van Wiko tot vergoeding van bij staat op te maken schade en/of tot afdracht van door Wiko genoten winst, vermeerderd met wettelijke rente vii) een bevel tot het afleggen van rekening en verantwoording over de winst viii) veroordeling van Wiko tot het betalen van een dwangsom bij niet-nakoming van het hiervoor bedoelde verbod - zowel provisioneel als in de hoofdzaak - en bij niet-nakoming van voornoemde bevelen, met veroordeling van Wiko in de op de voet van artikel 1019h Rv7.te begroten proceskosten in het incident en in de hoofdzaak en uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis.
3.2.
Philips legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Wiko zich bezighoudt met het aanbieden, verkopen en leveren in Nederland van verschillende mobiele telefoons en smartphones die voldoen aan het HSDPA-protocol van de UMTS-standaard, waardoor zij inbreuk maakt op de conclusies van EP 659 zoals verleend (subsidiair op de conclusies zoals geformuleerd in de hulpverzoeken) aangezien de kenmerken van deze conclusies in dat protocol zijn geïmplementeerd.
3.3.
Wiko voert gemotiveerd verweer. Zij stelt samengevat dat van inbreuk geen sprake kan zijn omdat EP 659 nietig is vanwege een gebrek aan nieuwheid en inventiviteit, de conclusies volgens de hulpverzoeken, indien toelaatbaar, evenmin nieuw en inventief, althans niet nawerkbaar, zijn en daarnaast toegevoegde materie bevatten.
in reconventie
3.4.
Op grond van haar stelling dat EP 659 nietig is, vordert Wiko dat de rechtbank bij zoveel mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, het Nederlands deel vanEP 659, althans conclusies 1, 2 en 3 daarvan vernietigt, met veroordeling van Philips in de proceskosten begroot op de voet van artikel 1019h Rv.
3.5.
Philips voert gemotiveerd verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen in conventie en reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De overwegingen
Geldigheid van EP 6594.1. Bij de beoordeling van de geldigheid van EP 659 gaat de rechtbank van het volgende uit. Tussen partijen is niet in geschil dat pilootsymbolen volgens EP 659 als vooraf bepaalde gegevenswaarden (pre-determined data values) hebben te gelden en dat TPC commando’s en TFCI symbolen geen vooraf bepaalde gegevenswaarden (non-predetermined data values) zijn. Evenmin is in geschil dat onder gegevenswaarden (data values) in de context van EP 659 door de vakman datasymbolen zullen worden verstaan, bestaande uit twee (gemoduleerde) bits.8.Die vakman kan gelet op de door partijen gehanteerde omschrijvingen9., worden gedefinieerd als een ingenieur op het gebied van telecommunicatietechnologie die in staat is de daarop betrekking hebbende standaarden te lezen, te begrijpen en toe te passen. Voor zover Wiko ingang wil doen vinden dat de vakman ook betrokken is bij de ontwikkeling en standaardisatie van die telecommunicatietechnologie, wordt zij daarin niet gevolgd, nu - zoals Philips terecht stelt - de gemiddelde vakman iedere inventieve gedachte moet worden ontzegd.
4.2.
Verder wordt het volgende vooropgesteld. Tegelijkertijd met dit vonnis wordt door deze rechtbank vonnis gewezen in de zaak tussen Philips en Asustek Computer Inc. c.s., met nummer 515192 (hierna ook: de Asus-zaak). In die zaak heeft Philips, met een inhoudelijk nagenoeg gelijkluidende dagvaarding, tegen Asus dezelfde vorderingen ingesteld ter zake inbreuk op EP 659 als in de onderhavige procedure tegen Wiko. Philips heeft in beide procedures een beroep gedaan op dezelfde hulpverzoeken en zich met betrekking tot de relevante techniek en haar geldigheids- en inbreukargumentatie grotendeels van dezelfde producties bediend.10.
4.3.
Wiko heeft gemotiveerd betoogd dat alle kenmerken van conclusies 1, 2 en 3 van EP 659 geopenbaard zijn in Nortel 1 - gelezen tegen de achtergrond van de daarin genoemde documenten TS 25.211 en Alcatel - zodat deze conclusies niet nieuw zijn. Philips heeft zich tegen dat gemotiveerde betoog van Wiko slechts verweerd met een beroep op de nieuwheid van conclusie 3. Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of onder de daarin genoemde “niet vooraf bepaalde gegevenswaarden die tweede vermogensbesturingscommando’s omvatten”(“non-pre-determined data values comprising second power control commands”) uitsluitend TPC commando’s moeten worden verstaan, zoals Philips voorstaat en Wiko bestrijdt. Partijen hebben daarbij over en weer dezelfde redenering gehanteerd als partijen in de Asus-zaak. Gelet hierop komt de rechtbank op dezelfde gronden als weergegeven in rechtsoverwegingen 4.8 t/m 4.10 in voornoemd vonnis in de Asus-zaak, tot het oordeel dat het verweer van Philips faalt en het beroep van Wiko op de nieuwheidsschadelijkheid van Nortel 1 (dus) slaagt. Dit brengt mee dat de conclusies van EP 659 als verleend niet geldig kunnen worden geacht. Kortheidshalve volstaat de rechtbank hier met een verwijzing naar genoemde overwegingen in het vonnis in de Asus-zaak.
4.4.
Wiko heeft - los van haar bewaar tegen de toelaatbaarheid van de hulpverzoeken - onder meer betoogd dat de conclusies volgens de hulpverzoeken niet inventief zijn, uitgaande van, het door Philips als meest nabije stand van de techniek beschouwde, Nortel 2, in combinatie met Nortel 1.11.De daarvoor door Wiko gehanteerde redenering wijkt in essentie niet af van de redenering van Asus in de Asus-zaak. Dat geldt in gelijke zin voor de in dit verband relevante tegenargumenten van Philips. In het vonnis in de Asus-zaak heeft de rechtbank geoordeeld dat de conclusies van het eerste hulpverzoek, uitgaande van Nortel 2 in combinatie met Nortel 1, inventiviteit ontberen en dat niet valt in te zien dat het aan het tweede hulpverzoek toegevoegde kenmerk de conclusies inventiviteit kan verschaffen. De rechtbank verwijst naar r.o. 4.13 t/m 4.22 van genoemd vonnis. Hieruit volgt reeds dat de hulpverzoeken Philips niet kunnen baten. Het bezwaar tegen de toelaatbaarheid van de hulpverzoeken behoeft bij deze stand van zaken geen bespreking. Evenmin behoeft bespreking Philips’ bezwaar tegen productie 15 van Wiko, al niet omdat het geldigheidsoordeel van EP 659 daarvan niet afhangt.
Slotsom conventie
4.5.
EP 659 is gelet op het voorgaande nietig. Omdat op een nietig octrooi geen inbreuk kan worden gemaakt, moeten de vorderingen van Philips in de hoofdzaak alsook in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening worden afgewezen.
4.6.
Philips wordt in de hoofdzaak en in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij.
4.7.
Partijen hebben in hun proceskostenafspraak (zie onder procesverloop) geen nadere onderverdeling gemaakt naar kosten voor de procedure in conventie en reconventie en evenmin naar kosten in conventie in de hoofdzaak en in het incident. De rechtbank zal deze onderverdeling daarom zelf maken. Zij zal de kosten die volgens partijen zijn gemaakt ten behoeve van de geldigheid (in totaal € 225.000,-) bij helfte over de procedure in de hoofdzaak in conventie en de procedure in reconventie verdelen, derhalve € 112.500,- per procedure. Aan het incident tot het treffen van een voorlopige voorziening, zal de rechtbank, nu dat nauwelijks meer behelst dan de hoofdzaak in conventie, geen kosten toerekenen.
4.8.
Philips zal gelet op het voorgaande als de in de hoofdzaak in conventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Wiko worden begroot op € 187.500,- (€ 112.500,- + € 75.000). De kostenveroordeling zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4.9.
Philips zal voorts als de in het ongelijk gestelde partij in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Wiko worden begroot op nihil.
Slotsom reconventie
4.10.
De vordering van Wiko zal worden toegewezen op de wijze als in het dictum bepaald.
4.11.
Philips zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, die aan de zijde van Wiko gelet op het hiervoor overwogene op € 112.500,- worden begroot. De kostenveroordeling zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie in de hoofdzaak
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Philips in de proceskosten, aan de zijde van Wiko begroot op
€ 187.500,-;
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in conventie in het incident tot het treffen van een provisionele voorziening
5.4.
wijst de vorderingen af;
5.5.
veroordeelt Philips in de proceskosten, aan de zijde van de Wiko begroot op nihil;
in reconventie
5.6.
vernietigt het Nederlands deel van EP 659;
5.7.
veroordeelt Philips in de proceskosten, aan de zijde van Wiko begroot op
€ 112.500,-;
5.8.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman, mr. C.T. Aalbers en mr. ir. J.H.F. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2017.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 27‑09‑2017
Long-Term Evolution
European Telecommunication Standards Institute
High Speed Downlink Packet Access/ High Speed Uplink Packet Access
“Third Generation Partnership Project”, een consortium dat zich met UMTS-standaarden bezighoudt.
Met “OHG” wordt -naar niet in geschil is - verwezen naar de Operators Harmonization Group, een werkgroep gericht op de compatibiliteit van de UMTS- en CDMA2000 standaard.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Vgl. Wikos pleitnota randnr. 17
Zie Wiko conclusie van antwoord/ eis in reconventie, randnr. 24 en Philips, conclusie van antwoord in reconventie, voetnoot 1
waaronder de in het vonnis in de Asus-zaak weergegeven UMTS-primer.
Pleitnota Wiko, randnummer 72 en 73.