TvA 2018/17
Internationaal executierecht.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/06072
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3104, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2016
- Wetingang
(art. 429n lid 2 en art. 989 lid 2 Rv van Curaçao)
Essentie
Internationaal executierecht.
Tenuitvoerlegging van Zwitsers arbitraal vonnis op Curaçao. Welke appeltermijn geldt: die van Curaçao of die van Nederlands recht? Geldt een in Nederland op grond van het Verdrag van New York gegeven verlof tot tenuitvoerlegging van een buitenlandse rechterlijke of arbitrale beslissing ook in de andere landen van het Koninkrijk?
International enforcement
Enforcement of Swiss arbitral award in Curaçao. Which appeal period applies: the period applicable under the laws of Curaçao or the period applicable under Dutch law? Does an exequatur granted in the Netherlands on the basis of the New York Convention also apply in other ...