RvdW 2019/117
Doodslag op echtgenote in Alphen aan den Rijn door geweld op haar hals uit te oefenen en vernieling en wegmaking van haar lijk door dat in stukken te zagen en verpakt in plastic zakken in een kanaal te gooien. HR: art. 80a RO.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2249
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/02148
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2249, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1309, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Essentie
Doodslag op echtgenote in Alphen aan den Rijn door geweld op haar hals uit te oefenen en vernieling en wegmaking van haar lijk door dat in stukken te zagen en verpakt in plastic zakken in een kanaal te gooien. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
18 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/02148
EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 april 2017, nummer 22/002887-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedatum] 1968.