NJ 2010/375
Onteigening. Cassatie. Incidenteel verzoek tot voeging niet ontvankelijk.
HR 25-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM5706
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 juni 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/01632
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BM5706
- JCDI
JCDI:ADS161231:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM5706, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM5706, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2010
- Wetingang
Rv art. 217
Essentie
Onteigening. Cassatie. Incidenteel verzoek tot voeging niet ontvankelijk.
Uit het stelsel van de Onteigeningswet en uit de aard van het onteigeningsgeding vloeit voort dat daarin voor voeging op de voet van art. 217 Rv geen plaats is.
Samenvatting
Verzoekers in het incident hebben verzocht zich in de hoofdzaak, een onteigeningszaak, te mogen voegen aan de zijde van eisers tot cassatie.
Verzoekers zijn niet-ontvankelijk in hun verzoek tot voeging, omdat uit het stelsel van de Onteigeningswet en uit de aard van het onteigeningsgeding voortvloeit dat daarin voor voeging op de voet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.