Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.7a.31
Geldend
Geldend van 05-01-2021 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | Mobiele machines moeten zijn voorzien van een goedwerkende reminrichting waarvan de: a. onderdelen deugdelijk zijn bevestigd met de daarvoor bestemde bevestigings- en borgmiddelen; b. onderdelen niet in ernstige mate door corrosie zijn aangetast; c. onderdelen niet zijn beschadigd, gescheurd of gebroken; d. onderdelen geen inwendige of uitwendige lekkage vertonen; en e. remschijven geen dusdanige slijtage vertonen dat er kans op breuk ontstaat. | – Onderdeel a tot en met c: visuele controle. – Onderdeel d en e: visuele controle. In geval van twijfel wordt het remsysteem onder druk gezet. |
2. | De rembekrachtiger en de hydraulische remkrachtregelaar moeten goed functioneren. | Controle waarbij de rem in werking wordt gesteld bij draaiende motor. |
3. | De compressor en de drukregelaar moeten goed werken en tijdig in werking treden. | Visuele controle met behulp van de dashboardmeter(s) door bij draaiende motor het rempedaal diverse malen in te trappen. |
4. | Bij hydraulische remsystemen mag bij het bedienen van het rempedaal de slag van het pedaal niet door een aanslag worden beperkt. | Controle door het rempedaal in te trappen. |
5. | Rempedalen moeten een stroef oppervlak hebben en deugdelijk functioneren, alsmede in voorkomend geval zijn voorzien van een deugdelijke koppeling tussen het linker- en rechterrempedaal. | Visuele controle. |
6. | Remslangen mogen: a. niet in ernstige mate zijn misvormd; b. niet langs andere voertuigdelen schuren; en c. geen zodanige beschadigingen vertonen dat het wapeningsmateriaal zichtbaar is. De slangen die aan de buitenzijde van een metalen wapening zijn voorzien, mogen geen beschadiging vertonen. | – Onderdeel a: visuele controle. – Onderdeel b: visuele controle. De bestuurde wielen worden naar de uiterste linker- en rechterstuurstand gebracht. – Onderdeel c: visuele controle. |
7. | Remleidingen mogen geen knikken vertonen. | Visuele controle. |
8. | Wielen die zijn voorzien van een trommelrem, moeten in onberemde toestand in beide richtingen kunnen draaien zonder dat de remvoering aanloopt. De remvoering van wielen van een schijfrem, mag in onberemde toestand in beide richtingen enigszins slepen. | Controle door de wielen vrij van de grond met de hand rond te draaien. |
9. | De remtrommel of remschijf mag tijdens het remmen niet worden geraakt door delen die zijn bestemd als drager of bevestigingsmiddel van de remvoering. | Visuele controle. Indien de remvoering niet zonder demontage zichtbaar te maken is, moet de rem in werking worden gesteld terwijl het wiel met de hand of met behulp van een wielspinner wordt rondgedraaid. Hierbij mogen geen schurende geluiden van metaal op metaal hoorbaar zijn. |
10. | De noodzakelijke bewegingsvrijheid van de remonderdelen mag niet worden beperkt. | Visuele controle. |
11. | Remcilinders moeten zijn voorzien van stofhoezen die niet in ernstige mate mogen zijn beschadigd. | Visuele controle. De hoezen worden gecontroleerd voor zover dit mogelijk is zonder demontage. |
12. | De onderdelen van een antiblokkeersysteem: a. moeten deugdelijk zijn bevestigd met de daarvoor bestemde bevestigings- en borgmiddelen; b. mogen niet in ernstige mate door corrosie zijn aangetast; c. mogen niet zijn beschadigd, gescheurd, gebroken; en d. mogen geen lekkage vertonen. | Visuele controle. |
13. | De waarschuwingsinrichting van het antiblokkeersysteem mag geen defect aangeven. | Wanneer na het starten van de motor een optisch of akoestisch waarschuwingssignaal wordt afgegeven dat het systeem niet goed functioneert, wordt ervan uitgegaan dat niet aan deze eis is voldaan. In geval van twijfel wordt een rijproef uitgevoerd. |