RBP 2015/30
Bewijsaanbod. Partij-deskundige. Welke maatstaf dient de rechter te hanteren bij de beslissing op het aanbod een partij-deskundige te horen?
HR 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:311 (Testament)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04030
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Roepnaam
Testament
- JCDI
JCDI:ADS920608:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:311, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2000, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑08‑2013
- Wetingang
Essentie
Bewijsaanbod. Partij-deskundige.
Welke maatstaf dient de rechter te hanteren bij de beslissing op het aanbod een partij-deskundige te horen?
Samenvatting
Eiseres tot cassatie vordert, voor zover relevant, dat voor recht wordt verklaard dat de door erflater opgemaakte testamenten nietig zijn en voert daartoe aan dat erflater als gevolg van een geestelijke stoornis ten tijde van het opmaken van het testament niet in staat was zijn wil te bepalen. De rechtbank en het Hof hebben de vorderingen van eiseres afgewezen. Het Hof heeft het bewijsaanbod van eiseres tot het horen van diverse getuigen afgewezen. Hierover wordt in de cassatiemiddelen geklaagd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.