V-N 2017/44.11
Onzakelijkeleningjurisprudentie volgens A-G gebaseerd op totaalwinstgedachte
HR (A-G) 17-08-2017, ECLI:NL:PHR:2017:819, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
17 augustus 2017
- Zaaknummer
17/01191
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24456:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:291, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑08‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:819, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑08‑2017
- Wetingang
art. 3.92 Wet IB 2001
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat de onzakelijke-leningjurisprudentie ook kan worden toegepast in de terbeschikkingstellingssfeer. De A-G is het dan ook eens met het hof dat X de (onzakelijke) lening niet naar nihil kan afwaarderen.
Samenvatting
Belanghebbende heeft een lening verstrekt aan een vennootschap waarin hij een (indirect) aanmerkelijk belang heeft. In cassatie is niet in geschil dat de lening onzakelijk is en valt onder de terbeschikkingstellingsregeling van art. 3.92 Wet IB 2001. A-G Niessen leest in belanghebbendes beroepschrift in cassatie drie klachten:
- 1.
Er is geen rechtsgrond voor de onzakelijkeleningenjurisprudentie. De A-G meent dat uit de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.