NJB 2013/1503
Vervolging ter zake art. 231 Sr: met het oog op een voor de praktijk van de strafrechtspleging zo eenvoudig mogelijk te hanteren regel dient thans te worden aangenomen dat de vreemdeling niet behoort te worden vervolgd wegens het onmiskenbaar in het kader van zijn vlucht in het bezit hebben of aangewend hebben van vervalste documenten zolang op de door de vreemdeling gedane eerste asielaanvraag nog niet onherroepelijk is beslist
HR 28-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4310
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 mei 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, J. Wortel en N. Jörg
- Zaaknummer
11/01046
- LJN
BY4310
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY4310, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY4310, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
Vervolging ter zake art. 231 Sr: met het oog op een voor de praktijk van de strafrechtspleging zo eenvoudig mogelijk te hanteren regel dient thans te worden aangenomen dat de vreemdeling niet behoort te worden vervolgd wegens het onmiskenbaar in het kader van zijn vlucht in het bezit hebben of aangewend hebben van vervalste documenten zolang op de door de vreemdeling gedane eerste asielaanvraag nog niet onherroepelijk is beslist
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – het opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument (art. 231 Sr). Het (eerste) middel klaagt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.