JAR 2014/192
Arbeidsrecht; goed werkgeverschap; aanvullende bonus.
HR 27-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1542
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04553
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1542, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:376, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2014
- Wetingang
Art. 81 lid 1 RO; ar.t 7:611 BW
Essentie
Casus: Eiser was in dienst bij een rechtsvoorganger van RBS (de bank, verweerster). Bij RBS bestaat een praktijk van toekenning van bonussen, ook aan eiser. Op 15 november 2004 heeft eiser de bank gedagvaard en gevorderd haar te veroordelen hem te betalen een reeks bedragen ter zake niet betaalde bonussen. De Rechtbank Amsterdam, sector kanton, heeft, na het wijzen van enkele tussenvonnissen, in haar vonnis van 7 september 2007 de bank veroordeeld om aan eiser te voldoen € 750.000 bruto. In arrest van 22 juni 2010 heeft het Hof Amsterdam het bestreden vonnis vernietigd en de bank veroordeeld aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.