NJB 2014/938:Verwerven en voorhanden hebben bij witwassen, art. 420bis Sr: ondanks dat in casu niet zonder meer uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid dat ten tijde van de verwerving de personenauto middellijk of onmiddellijk afkomstig was uit enig misdrijf, casseert de Hoge Raad niet nu de bewezenverklaring ook inhoudt dat de verdachte de auto ‘voorhanden heeft gehad’ en het hof bij de kwalificatie van het bewezenverklaarde kennelijk geen zelfstandige betekenis heeft toegekend aan het ‘verwerven’ van de auto