V-N 2015/18.8
Rechter mag niet zonder voorafgaande waarschuwing art. 8:31 Awb toepassen
HR 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:740, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 april 2015
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
14/04129
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920553:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:740, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2014
- Wetingang
art. 16 lid 1 AWR; art. 8:31 en 8:42 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Hof ’s-Hertogenbosch geen toepassing had mogen geven aan het bepaalde in art. 8:31 Awb zonder partijen in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten.
Samenvatting
X is het niet eens met een navorderingsaanslag IB/PVV 2007 die de inspecteur hem heeft opgelegd. De navorderingsaanslag betreft inkomsten uit gastouderschap die X niet heeft opgegeven, maar waarvoor de zoon van X wel toeslag heeft aangevraagd. De inspecteur baseert de navorderingsaanslag op een bestand met gegevens van gastouders. Hof ’s-Hertogenbosch vernietigt met toepassing van art. 8:31 Awb de navorderingsaanslag, omdat de inspecteur verzuimt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.