BNB 2019/120
Aanvaarding hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden concernvennootschappen. Reikwijdte Paraplukredietarrest. Verbreking concernverband na garantstelling
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:683, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase1.
- Zaaknummer
17/05713
17/05714
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P.G.H. Albert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS70193:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:683, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:HR:2019:682, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:738, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:739, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
- Wetingang
Art. 8 lid 1 Wet VPB 1969; art. 3.8 Wet IB 2001
Essentie
Aanvaarding hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden concernvennootschappen. Reikwijdte Paraplukredietarrest. Verbreking concernverband na garantstelling
Samenvatting
Belanghebbende (X1 BV) en X2 BV hielden ieder 50% van de aandelen in Beheermaatschappij C, die op haar beurt middellijk of onmiddellijk (nagenoeg) alle aandelen hield in zes andere vennootschappen. Al deze vennootschappen samen vormden de N-groep. In 2008 en 2009 hebben belanghebbende en X2 hun aandelenbelang in de overige vennootschappen verkocht aan derden. Elke vennootschap van de groep had op 1 augustus 2007 een afzonderlijke bankrekening bij de Rabobank. Op die datum zijn alle vennootschappen met de bank een overeenkomst tot rentecompensatie/saldoverrekening aangegaan. Die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.