TRA 2018/21
Niet opgenomen vakantiedagen bij faillissement: kantonrechter stelt de Hoge Raad op instigatie van curator prejudiciële vragen
HR 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2907, m.nt. mr. dr. J.J.M. de Laat
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2017
- Zaaknummer
17/01157
- Noot
mr. dr. J.J.M. de Laat
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS253281:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Niet opgenomen vakantiedagen bij faillissement: kantonrechter stelt de Hoge Raad op instigatie van curator prejudiciële vragen
Uitspraak
Inleiding
In een faillissement is het loon, op grond van art. 40 lid 2 Fw, vanaf de dag van de faillietverklaring boedelschuld. De curator kan de arbeidsovereenkomst opzeggen, om daarmee te voorkomen dat een boedelschuld ter zake van loon oploopt. Over de uitbetaling van vakantiedagen bij faillissement is in het verleden al meer geprocedeerd.
In zijn arrest LISV/Wilderink q.q. (HR 3 december 1999, NJ 2000/53) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de aanspraak op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.