V-N 2022/51.16
Geen belastingrente over periode dat voorlopige aanslag al is betaald
HR 18-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1673, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 2022
- Magistraten
Koopman, Feteris, Faase, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/00170
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS678256:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:252, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1673, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:701, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:700, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de civiele verzuimrenteregelingen, waarbij de fiscale wetgever heeft willen aansluiten, uitgaan van een nog niet betaalde hoofdsom en te compenseren renteschade. Hoofdsom en renteschade ontbreken hier voor zover het betreft de periode dat de Belastingdienst al beschikte over het bedrag van de eerste voorlopige aanslag.
Samenvatting
Aan X bv is in januari 2016 een voorlopige aanslag VPB over dat jaar opgelegd die zij heeft betaald. In maart 2018 wordt deze aanslag verminderd naar aanleiding van de aangifte van X bv. Op 24 maart 2018 ontvangt zij daarom een teruggave van € 344.593 (zonder belastingrente). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.