JOR 2017/190
Internationale rechtsmacht, bestuurdersaansprakelijkheid
HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:133 (Holterman c.s./Spies)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders en M.V. Polak
- Zaaknummer
13/01256
- Roepnaam
Holterman c.s./Spies
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:133, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2014:164, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2013
- Wetingang
Art. 2:9, 6:162 BW; art. 5 aanhef en onder 1 en 3 EEX-Vo en art. 18 t/m 21 EEX-Vo
Essentie
Nederlandse rechter niet bevoegd te oordelen over vordering die mede is gebaseerd op rechtsverhouding die kwalificeert als arbeidsovereenkomst
Samenvatting
Holterman Ferho Exploitatie BV (hierna: Holterman) heeft Spies von Büllesheim (hierna: Spies), die woonplaats in Duitsland heeft, gedagvaard voor de rechtbank Almelo en een verklaring voor recht alsmede betaling van schadevergoeding gevorderd. Volgens Holterman heeft Spies ernstige fouten gemaakt bij de uitoefening van zijn functie bij haar. In dit geval moet ervan worden uitgegaan dat Spies niet alleen op grond van een tussen hem en Holterman gesloten arbeidsovereenkomst als directeur bij deze vennootschap in dienst was, maar dat hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.