Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Utrecht 2013
Artikel 20 Verboden activiteiten buiten inrichtingen in boringsvrije zones
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Milieurecht / Bodem
Milieurecht / Geluid en trillingen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Het is buiten een inrichting in een boringsvrije zone verboden:
- a.
boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben met een boordiepte van 40 meter of meer onder maaiveld;
- b.
grond- of funderingswerken uit te voeren of te hebben op een diepte van 40 meter of meer onder het maaiveld;
- c.
werken tot stand te brengen of handelingen te verrichten waardoor direct of indirect warmte aan het grondwater wordt onttrokken of toegevoegd, met inbegrip van het oprichten, in exploitatie nemen of hebben van een bodemenergiesysteem.
2.
In afwijking van het eerste lid geldt:
- a.
voor de boringsvrije zones Amersfoort-Koedijkerweg, Rhenen en Woudenberg een diepte van 10 meter of meer onder maaiveld;
- b.
voor de boringsvrije zone Veenendaal een diepte van 30 meter of meer onder maaiveld.