Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.1267 (gegevens en bescheiden: voor het begin van de activiteit)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
14-02-2024, Stb. 2024, 57 (uitgifte: 21-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-06-2024, Stb. 2024, 167 (uitgifte: 17-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Ten minste een week voor het begin van de activiteit, bedoeld in artikel 4.1265, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt aan het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2:
- a.
de naam en het adres van degene die de werkzaamheden gaat verrichten voor zover het gaat om het in opdracht toepassen van grond of baggerspecie op of in de landbodem;
- b.
de verwachte datum van het begin van de activiteit;
- c.
de verwachte datum waarop de functionele toepassing in het kader waarvan de grond of baggerspecie wordt toegepast, zal zijn voltooid of beëindigd;
- d.
een milieuverklaring bodemkwaliteit die betrekking heeft op de toe te passen grond of baggerspecie;
- e.
de gegevens waarop de milieuverklaring bodemkwaliteit is gebaseerd, bedoeld in artikel 25e van het Besluit bodemkwaliteit, of een verwijzing naar het rapport waarin deze gegevens zijn opgenomen;
- f.
een milieuverklaring bodemkwaliteit die betrekking heeft op de ontvangende bodem;
- g.
het nummer en het type milieuverklaring bodemkwaliteit;
- h.
de naam van degene die de milieuverklaring bodemkwaliteit heeft afgegeven;
- i.
de datum van afgifte van de milieuverklaring bodemkwaliteit;
- j.
voor zover het gaat om een milieuverklaring bodemkwaliteit als bedoeld onder d: de hoeveelheid grond of baggerspecie waarop de milieuverklaring bodemkwaliteit betrekking heeft, uitgedrukt in ton;
- k.
het adres van de locatie van herkomst van de toe te passen grond of baggerspecie of de kadastrale aanduiding of coördinaten van die locatie;
- l.
als de herkomst buiten Nederland is: het nummer dat de bevoegde autoriteit heeft toegekend aan de kennisgeving, bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190);
- m.
de kwaliteit van de grond of baggerspecie;
- n.
als sprake is van het toepassen van grond of baggerspecie in een afdeklaag op grootschalig toegepaste grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 4.1274, vierde lid, onder b, onder 1°, of in situaties als bedoeld in artikel 4.1276, derde lid: de kwaliteitsklasse van de aangrenzende landbodem;
- o.
als sprake is van het toepassen van grond of baggerspecie in een afdeklaag op grootschalig toegepaste grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 4.1274, vierde lid, onder b, onder 2°: de kwaliteitsklasse van de aangrenzende waterbodem;
- p.
als bij het toepassen van baggerspecie in een zoet oppervlaktewaterlichaam zout of brak water in het oppervlaktewaterlichaam terecht kan komen: de hoeveelheid in liters en het zoutgehalte in milligram per liter van dat water; en
- q.
als voor de functionele toepassing waarin de grond of baggerspecie wordt toegepast eerder een melding als bedoeld in artikel 4.1266 is gedaan: het kenmerk van die eerdere melding.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing als:
- a.
de grond of baggerspecie wordt toegepast door een natuurlijke persoon, anders dan in het uitoefenen van zijn beroep of bedrijf, en in het kader van de functionele toepassing in totaal ten hoogste 25 m3 grond of baggerspecie wordt toegepast;
- b.
de grond of baggerspecie wordt toegepast op een bedrijf voor het telen van gewassen in de openlucht als bedoeld in paragraaf 3.6.3 en de grond wordt ontgraven uit en toegepast op tot dat bedrijf behorende landbouwgronden;
- c.
in het kader van de functionele toepassing op of in de landbodem alleen grond of baggerspecie van een kwaliteit die voldoet aan de kwaliteitseisen voor de kwaliteitsklasse landbouw/natuur, bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, wordt toegepast en dat kan worden aangetoond met een milieuverklaring bodemkwaliteit;
- d.
in het kader van de functionele toepassing in een oppervlaktewaterlichaam alleen grond of baggerspecie van een kwaliteit die voldoet aan de kwaliteitseisen voor de kwaliteitsklasse algemeen toepasbaar, bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, wordt toegepast en dat kan worden aangetoond met een milieuverklaring bodemkwaliteit, tenzij de activiteit wordt verricht in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone; en
- e.
baggerspecie wordt toegepast in het kader van de verspreiding over aan een oppervlaktewaterlichaam grenzende terreinen, bedoeld in artikel 4.1269, derde lid, onder a.
3.
Het eerste lid, aanhef en onder d, is niet van toepassing op het toepassen van baggerspecie in het kader van een functionele toepassing als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, onder g, als de baggerspecie afkomstig is uit de territoriale zee en uit een vooronderzoek overeenkomstig NEN 5717 geen indicatie volgt dat de zeebodem waaruit de baggerspecie afkomstig is, is verontreinigd.
4.
Het eerste lid, aanhef en onder f, is niet van toepassing op:
- a.
het toepassen van grond of baggerspecie in het kader van opvulling van een diepe plas als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, onder i;
- b.
het toepassen van baggerspecie in het kader van verspreiding daarvan als bedoeld in artikel 4.1269, derde lid; en
- c.
grootschalig toepassen van grond of baggerspecie als bedoeld in artikel 4.1274, eerste lid.
5.
Het eerste lid, onder c, f, k, l, n en o, is niet van toepassing als de gegevens en bescheiden voor de functionele toepassing in het kader waarvan de grond of baggerspecie wordt toegepast al eerder zijn verstrekt en zich geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan.
6.
In afwijking van het eerste lid geldt een termijn van vier weken voor:
- a.
het toepassen van grond of baggerspecie die volgens BRL SIKB 7500 is bewerkt in een grondreinigingsinstallatie, als voor het toepassen van grond of baggerspecie die in die installatie is bewerkt voor de functionele toepassing in het kader waarvan de grond of baggerspecie wordt toegepast niet al eerder gegevens en bescheiden zijn verstrekt;
- b.
het toepassen van grond in het kader van opvulling van een diepe plas als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, onder i; en
- c.
het toepassen van baggerspecie in het kader van opvulling van een diepe plas als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, onder i, als de baggerspecie niet afkomstig is uit hetzelfde oppervlaktewaterlichaam waarin de diepe plas ligt.
7.
Als sprake is van toepassen van grond of baggerspecie die volgens BRL SIKB 7500 is bewerkt in een grondreinigingsinstallatie, wordt dit vermeld bij het verstrekken van de gegevens en bescheiden volgens het eerste lid en wordt ook aangegeven volgens welke reinigingsmethode de grond of baggerspecie is gereinigd, tenzij deze informatie in de milieuverklaring bodemkwaliteit is vermeld.