Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.723d (water: teeltvrije zone bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het voorkomen of beperken van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam wordt bij het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen langs een oppervlaktewaterlichaam een teeltvrije zone aangehouden waarbij wordt voldaan aan tabel 4.723d.
2.
De teeltvrije zone wordt gemeten vanaf de insteek van een oppervlaktewaterlichaam en strekt zich uit tot het hart van de buitenste planten van de te telen gewassen, met uitzondering van de teelt van grasland.
3.
In afwijking van het eerste lid hoeft geen teeltvrije zone te worden aangehouden langs een oppervlaktewaterlichaam als wordt voldaan aan tabel 4.723da.
4.
In afwijking van het eerste lid wordt langs een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in bijlage 1 bij het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet een teeltvrije zone van ten minste 500 cm aangehouden.
Soort gewas | Teeltvrije zone in cm | Aanvullende voorwaarden |
---|---|---|
Aardappelen, uien, bloembollen en bloemknollen, aardbeien, asperges, prei, schorseneren, sla, wortelen en vaste planten | 150 of meer | – |
100 of meer | Gebruik van een techniek met een driftreductie van ten minste 90% ten opzichte van een referentietechniek als bedoeld in tabel 4.723c | |
Boomkwekerijgewassen | 150 of meer | Neerwaarts bespuiten |
100 of meer | Neerwaarts bespuiten Gebruik van een techniek met een driftreductie van ten minste 90% ten opzichte van een referentietechniek als bedoeld in tabel 4.723c | |
500 of meer | Op- en zijwaarts bespuiten | |
Pit- en steenvruchten | 450 of meer | – |
300 of meer | – Gebruik van een techniek met een driftreductie van ten minste 90% ten opzichte van een referentietechniek; of – gebruik van een biologische productiemethode | |
Overige gewassen | 50 of meer | – |
Soort gewas | Voorwaarde |
---|---|
Pit- en steenvruchten | – Laagste gesteltak van een boom ontspringt op 175 cm of hoger uit de stam en binnen een afstand van ten minste 900 cm vanaf de insteek van een oppervlaktewaterlichaam worden geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt; of – grenzend aan gegraven waterloop die van 1 april tot 1 oktober onder normale omstandigheden geen water bevat |
Andere gewassen dan pit- en steenvruchten | – Gebruik van biologische productiemethoden; – grenzend aan gegraven waterloop die van 1 april tot 1 oktober onder normale omstandigheden geen water bevat; of – gebruik emissiescherm |