RvdW 2022/198
Cassatieprocesrecht. Art. 30c lid 1 Rv; art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Procesinleiding niet ingediend langs elektronische weg. Niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:125
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/04774
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:125, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1195, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04774
Datum 4 februari 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoekster] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster] .
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Bij brief van 3 november 2021 met bijlagen heeft [betrokkene 1] namens1.[verzoekster] B.V. cassatieberoep beoogd in te stellen tegen de beslissing van de wrakingskamer van het gerechtshof Amsterdam van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.