Einde inhoudsopgave
Besluit zeevarenden
Artikel 98
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
12-12-2017, Stb. 2017, 493 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2017, Stb. 2017, 493 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje worden de volgende bescheiden overgelegd:
- a.
een geldig paspoort of ander geldig nationaliteitsbewijs van de houder;
- b.
een recente pasfoto;
- c.
een niet langer dan 6 maanden voor de aanvraag afgegeven, de aanvrager betreffend gewaarmerkt afschrift van de benodigde gegevens uit de basisregistratie personen;
- d.
de bewijsstukken, waardoor wordt aangetoond dat de aanvrager aan artikel 97 voldoet;
- e.
zo nodig aanvullende informatie, die nodig is om de gegevens, bedoeld in artikel 99, in het monsterboekje te kunnen opnemen.
2.
De aanvraag wordt niet in behandeling genomen dan nadat de kosten voor de afgifte van het monsterboekje zijn voldaan.
3.
In plaats van de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde documenten kunnen daarvan kopieën worden overgelegd, die door de ambtenaar van de afdeling bevolking van de gemeente waar de aanvrager is ingeschreven zijn gewaarmerkt of door een andere door Onze Minister geaccepteerde autoriteit.
4.
In plaats van het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde afschrift kan, indien de aanvrager zijn hoofdverblijf niet in Nederland heeft, worden volstaan met documenten die in het land van herkomst gebruikelijk zijn.
5.
Bij ministeriële regeling wordt de wijze van afgifte van het monsterboekje bepaald.