Einde inhoudsopgave
Besluit zeevarenden
Artikel 97
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
31-01-2019, Stb. 2019, 44 (uitgifte: 11-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2019, Stb. 2019, 44 (uitgifte: 11-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Onze Minister geeft een monsterboekje af aan degene die bij de aanvraag voldoet aan het tweede lid.
2.
Voor de afgifte van een monsterboekje komt uitsluitend in aanmerking:
- a.
degene die aantoont dat hij een zee-arbeidsovereenkomst of zee-arbeidsovereenkomst in de zeevisserij is aangegaan of zal aangaan dan wel dat hij deelneemt of zal deelnemen aan een maatschapsovereenkomst of vennootschap onder firma in de zeevisserij;
- b.
degene die aantoont een opleiding te volgen voor een beroep waarvoor een vaarbevoegdheidsbewijs vereist is;
- c.
degene die behoort tot een andere, door Onze Minister aan te wijzen categorie personen, of
- d.
degene die het monsterboekje naar het oordeel van Onze Minister ten behoeve van zijn beroepsuitoefening nodig heeft.