NJ 2015/133
Geen aanpassing vuistregels schending redelijke termijn.
HR 19-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5361, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
10/01869
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BP5361
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS96596:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP5361, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP5361, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2011
- Wetingang
EVRMArt. 6 lid 1; Sv art. 359a
Essentie
De HR ziet, na een uitnodiging daartoe in conclusie van de A-G, geen aanleiding om de vuistregels inzake de schending van de redelijke termijn (zoals neergelegd in LJN AA7309, AA9372 en BD2578) die het resultaat zijn van een langer durende rechtsontwikkeling, op dit moment aan te passen. Daarbij is voorts van belang dat het vraagstuk van inzake de toekenning van een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn de aandacht heeft van de wetgever.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 5 november 2009, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.