RI 2016/55
Administratie. Heeft een crediteur in een faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Schmitz qq/verweerster)
HR 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:612
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02417
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923394:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:612, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2664, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑04‑2015
- Wetingang
Art. 3:15j BW; art. 843a Rv
Essentie
Administratie. Aansprakelijkstelling derde.
Heeft een crediteur in een faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde?
Samenvatting
Een crediteur in een faillissement zoekt verhaalsmogelijkheden voor de door hem geleden schade wegens de niet-nakoming van betalingsverplichtingen door de vennootschap. Hij spreekt de indirecte bestuurders en een feitelijk bestuurder aan. Ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling vordert hij inzage in de administratie van de failliete vennootschap op de voet van art. 3:15j, aanhef en onderdeel d BW. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.