Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds
Artikel 194 Voorlopige maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 210 (uitgifte: 11-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 88 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Elke partij ziet erop toe dat de rechterlijke instanties, op verzoek van de eiser, een voorlopig bevel kunnen uitvaardigen tegen de vermeende inbreukmaker dat bedoeld is om een dreigende inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht te voorkomen of om, indien wenselijk en indien de interne wetgeving hierin voorziet op straffe van een dwangsom, tijdelijk voortzetting van de vermeende inbreuk op dat intellectuele-eigendomsrecht te verbieden, dan wel om aan deze voortzetting de voorwaarde te verbinden dat voor schadeloosstelling van de houder van het recht zekerheid wordt gesteld. Onder dezelfde voorwaarden kan een voorlopig bevel worden uitgevaardigd tegen een tussenpersoon wiens diensten door een derde worden gebruikt om inbreuk te maken op een intellectuele-eigendomsrecht.
2.
Een voorlopig bevel kan ook worden uitgevaardigd om de inbeslagneming of afgifte te kunnen gelasten van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht, teneinde te voorkomen dat zij in het handelsverkeer worden gebracht of zich daarin bevinden.
3.
De partijen zorgen ervoor dat, in geval van vermeende inbreuk op commerciële schaal en indien de indiener van het verzoek omstandigheden aantoont die de schadevergoeding in gevaar dreigen te brengen, de rechterlijke instanties conservatoir beslag kunnen laten leggen op de roerende en onroerende goederen van de vermeende inbreukmaker, met inbegrip van het blokkeren van zijn/haar bankrekeningen en andere tegoeden. Hiertoe kunnen de bevoegde autoriteiten in voorkomend geval inzage gelasten van bancaire, financiële of handelsdocumenten waarover de vermeende inbreukmaker beschikt.