NJFS 2020/347
Opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennepplanten leidt niet zonder meer tot wederrechtelijk verkregen voordeel.
Hof 's-Hertogenbosch 29-06-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2017
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
29 juni 2020
- Magistraten
Mrs. Y.G.M. Baaijens-van Geloven, M.J.H.J. de Vries-Leemans, A.H.T. de Haas
- Zaaknummer
20-001092-18 (OWV)
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2020:2017, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 29‑06‑2020
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel. Vervolg op HR 13 maart 2018, NJ 2018/161. Het (eerder) opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennepplanten biedt in onderhavige zaak onvoldoende grond om te concluderen dat het niet anders kan zijn dan dat betrokkene daaruit voordeel heeft genoten. Hoewel hennepplanten als zodanig vermogenswaarde kunnen genereren valt uit het opzettelijk aanwezig hebben ervan nog niet zonder meer af te leiden dat die eventuele vermogensvermeerdering aan betrokkene toekomt en als daadwerkelijk behaald voordeel kan worden beschouwd. Bij het telen van grote hoeveelheden hennepplanten zijn veelal meerdere personen betrokken en het is dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.