De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/4.5.1:4.5.1 De veroordeling
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/4.5.1
4.5.1 De veroordeling
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377909:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
De Toelichting bepaalt uitdrukkelijk dat de dwangsom wezenlijk van een straf verschilt en het karakter heeft van een dwangmiddel van geheel eigen aard, GMvT p. 15 en 16.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naar mijn mening kan opzettelijke leedtoevoeging niet als naastgelegen doel van het uitspreken van de dwangsomveroordeling worden gezien. Het dreigen daarmee is uitsluitend middel om tot het werkelijke doel van de dwangsomveroordeling te komen: het beïnvloeden van het toekomstig gedrag van de veroordeelde, om - zo nodig - het (opnieuw) overtreden van de door de rechter bij vonnis vastgestelde civielrechtelijke norm te voorkomen. Een preventieve maatregel benodigt altijd een middel waarmee men die preventie wil verwezenlijken, maar dit middel wordt normaliter niet doel in zichzelf. Wanneer bijvoorbeeld van overheidswege pluimvee wordt geruimd met het oog op het voorkomen van uitbreiding van vogelpest, kan alleen de beoogde preventie als doel van de maatregel worden bestempeld. In het doden van kippen is het doel van de maatregel niet gelegen; dit vormt uitsluitend het middel om tot de beoogde preventie te komen. Met de dwangsomveroordeling is het niet anders: de subsidiaire geldveroordeling wordt als preventieve maatregel uitgesproken, als middel om te voorkomen dat de debiteur de hoofdveroordeling naast zich neerlegt. Een en ander blijkt onmiskenbaar uit de aard en strekking van de regeling en is bovendien uitdrukkelijk in de Gemeenschappelijke Memorie van Toelichting vastgelegd.1