RvdW 2018/241
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging wegens niet-nakoming verplichtingen (art. 350 Fw); ontbreken toerekenbaarheid in verband met psychische toestand (art. 354 Fw)?; nalatigheid bewindvoerder monitoring aanvraag beschermingsbewind. Aard geding; ambtshalve beoordeling rechter ook na verwijzing.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 februari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/04689
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:145, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1503, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging wegens niet-nakoming verplichtingen (art. 350 Fw); ontbreken toerekenbaarheid in verband met psychische toestand (art. 354 Fw)?; nalatigheid bewindvoerder monitoring aanvraag beschermingsbewind. Aard geding; ambtshalve beoordeling rechter ook na verwijzing.
Vervolg op HR 27 januari 2017,NJ 2017/76.
De rechter dient de vraag of een schone lei kan worden verleend ambtshalve te beantwoorden. Van geschilbeslechting is geen sprake. De bewindvoerder is dan ook geen partij of belanghebbende in de procedure, en evenmin is de rechter bij zijn beslissing gebonden aan hetgeen de bewindvoerder in zijn advies terzake of naderhand in ...