NJB 2021/1888
Franchiseovereenkomst. Uitleg. Geschil over de afrekening tussen Albert Heijn en een groep franchisenemers. Hoge Raad: 1. Gemeenschappelijke partijbedoeling. Voor het kunnen aannemen van een gemeenschappelijke partijbedoeling is niet vereist dat een partij deze voor of ten tijde van het aangaan van de overeenkomst door middel van verklaringen of gedragingen heeft overgebracht aan de wederpartij. Voldoende is dat komt vast te staan dat beide partijen die bedoeling hadden. 2. Onbegrijpelijke oordelen.
HR 18-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:957
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 juni 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/04850
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:957, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:966, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2020
- Wetingang
(art. 6:248 BW; art. 79 RO)
Essentie
Franchiseovereenkomst. Uitleg. Geschil over de afrekening tussen Albert Heijn en een groep franchisenemers. Hoge Raad: 1. Gemeenschappelijke partijbedoeling. Voor het kunnen aannemen van een gemeenschappelijke partijbedoeling is niet vereist dat een partij deze voor of ten tijde van het aangaan van de overeenkomst door middel van verklaringen of gedragingen heeft overgebracht aan de wederpartij. Voldoende is dat komt vast te staan dat beide partijen die bedoeling hadden. 2. Onbegrijpelijke oordelen.
Partij(en)
Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers (VAHFR) en 240 franchisenemers, adv. mr. J.W.H. van Wijk, vs. Albert Heijn (AH) en Albert Heijn Franchising (AHF) c.s., adv. mrs. J. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.