NJB 2013/1262:Geschil over gezagsuitoefening. Internationale verhuizing. Belangenafweging. Na echtscheiding staan twee kinderen onder gezamenlijk gezag. In 2008 neemt de moeder de kinderen ongeoorloofd mee naar België. Op basis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag beveelt de Belgische rechter de teruggeleiding van de kinderen. De moeder geeft hieraan geen gevolg. Zij verzoekt de Nederlandse rechter toestemming voor de verhuizing van de kinderen naar België. HR: Het oordeel van het hof dat het verzoek moet worden afgewezen op de enkele grond dat de moeder geen gevolg heeft gegeven aan de bevolen teruggeleiding, geeft in een geval als het onderhavige, waarin meerdere jaren zijn verstreken sedert het bevel tot teruggeleiding is gegeven, blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof had alle betrokken belangen behoren af te wegen

NJB 2013/1262

Geschil over gezagsuitoefening. Internationale verhuizing. Belangenafweging. Na echtscheiding staan twee kinderen onder gezamenlijk gezag. In 2008 neemt de moeder de kinderen ongeoorloofd mee naar België. Op basis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag beveelt de Belgische rechter de teruggeleiding van de kinderen. De moeder geeft hieraan geen gevolg. Zij verzoekt de Nederlandse rechter toestemming voor de verhuizing van de kinderen naar België. HR: Het oordeel van het hof dat het verzoek moet worden afgewezen op de enkele grond dat de moeder geen gevolg heeft gegeven aan de bevolen teruggeleiding, geeft in een geval als het onderhavige, waarin meerdere jaren zijn verstreken sedert het bevel tot teruggeleiding is gegeven, blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof had alle betrokken belangen behoren af te wegen

Documentgegevens:

HR 26-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ0293

Instantie: Hoge Raad
Datum: 26 april 2013
Magistraten: Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion en G. Snijders
Zaaknummer: 12/03433
LJN: BZ0293
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2013:BZ0293, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ0293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑07‑2012
Wetingang: (EVRM art. 8; HKOV art. 1, 19; BW art. 1:253a)

Essentie

Geschil over gezagsuitoefening. Internationale verhuizing. Belangenafweging. Na echtscheiding staan twee kinderen onder gezamenlijk gezag. In 2008 neemt de moeder de kinderen ongeoorloofd mee naar België. Op basis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag beveelt de Belgische rechter de teruggeleiding van de kinderen. De moeder geeft hieraan geen gevolg. Zij verzoekt de Nederlandse rechter toestemming voor de verhuizing van de kinderen naar België. HR: Het oordeel van het hof dat het verzoek moet worden afgewezen op de enkele grond dat de moeder geen gevolg heeft gegeven aan de bevolen teruggeleiding, geeft in een geval als het onderhavige, waarin meerdere jaren zijn verstreken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.