Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 834
HvJ EG, 26-06-2008, nr. C-284/06
HvJ EG 26-06-2008, ECLI:EU:C:2008:365
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
26 juni 2008
- Magistraten
K. Lenaerts, G. Arestis, R. Silva de Lapuerta, E. JuhƔsz, T. von Danwitz
- Zaaknummer
C-284/06
- Conclusie
A-G P. Mengozzi
- LJN
BD9016
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2008:365, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26ā06ā2008
ECLI:EU:C:2008:60, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 31ā01ā2008
- Wetingang
VWEU art. 52, 56, 58; Moeder-dochterrichtlijn
Essentie
Finanzamt Hamburg tegen Burda GmbH
Verzoek om een prejudiciƫle beslissing, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) bij beslissing van 22 februari 2006.
Vrijheid van vestiging. Vennootschapsbelasting; gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten. Uitkering van inkomsten en vermogensaanwas. Bronbelasting. Belastingkrediet. Behandeling van ingezeten en niet ingezeten aandeelhouders.
Er is geen sprake van bronbelasting in de zin van artikel 5, lid 1, van richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, wanneer een nationaal voorschrift bepaalt dat bij winstuitkeringen van een dochteronderneming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.