NJ 2008, 487
HvJ EG, 18-05-2006, nr. C-343/04
HvJ EG 18-05-2006, ECLI:EU:C:2006:330, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
18 mei 2006
- Magistraten
P. Jann, K. Schiemann, N. Colneric, J. N. Cunha Rodrigues, E. Levits
- Zaaknummer
C-343/04
- Conclusie
A-G Poiares Maduro
- Noot
P. Vlas
- LJN
AY5279
- JCDI
JCDI:ADS125984:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:330, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 18‑05‑2006
ECLI:EU:C:2006:13, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑01‑2006
- Wetingang
EEX-Verdrag 1968 art. 16, punt 1, sub a
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het HvJ EG van het EEX-Verdrag, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) 21 juli 2004. Art. 16, punt 1, sub a, EEX-Verdrag. Exclusieve bevoegdheid inzake zakelijke rechten op onroerende goederen. Vordering tot stopzetting van door percelen ondervonden hinder door activiteiten van kerncentrale op grondgebied van naburige staat valt niet onder art. 16, punt 1, sub a, EEX-Verdrag.
Art. 16, punt 1, sub a, EEX-Verdrag (zoals aangepast), moet aldus worden uitgelegd dat een vordering die, zoals de vordering die in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.