NJ 2022/135
Art. 74 AWR staat niet in de weg aan ontneming van voordeel dat op andere wijze samenhangt met belastingdelict.
HR 23-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1703, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, J. Wortel, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
19/05145
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS640356:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1703, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1074, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2020
- Wetingang
Essentie
Art. 74 AWR vormt geen belemmering voor oplegging ontnemingsmaatregel als het wederrechtelijk verkregen voordeel op een andere wijze samenhangt met het begaan van een bij de belastingwet strafbaar gesteld feit, bv door witwashandelingen met ontweken belastingschulden, welke handelingen tot vermogensvermeerdering hebben geleid.
Vervolg op Hof Amsterdam 8 november 2019, NJFS 2020/164.
Samenvatting
Art. 74 AWR staat in de weg aan de oplegging van een ontnemingsmaatregel voor zover deze betrekking heeft op het wederrechtelijk verkregen voordeel dat correspondeert met het belastingnadeel, dat wil zeggen de belastingschuld die met het begaan van een bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.