RvdW 2010/771
Illegale onderverhuur woonruimte. Schadebegroting op voet van art. 6:104 BW (winstafdracht); maatstaf; taak rechter.
HR 18-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0893 (Doerga/Ymere)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 juni 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/04766
- Conclusie
A-G Wissink
- LJN
BM0893
- Roepnaam
Doerga/Ymere
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Huurrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0893, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0893, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2008
- Wetingang
Essentie
Illegale onderverhuur woonruimte. Schadebegroting op voet van art. 6:104 BW (winstafdracht); maatstaf; taak rechter.
Art. 6:104 BW, dat een uitwerking vormt voor een bijzonder geval van de algemene regel van art. 6:97 BW, geeft niet aan degene jegens wie onrechtmatig is gehandeld of wanprestatie is gepleegd een ‘vordering tot winstafdracht’, doch verleent aan de rechter een discretionaire bevoegdheid om, ingeval schadevergoeding is gevorderd, de schade te begroten op het bedrag van de door dit handelen of die wanprestatie genoten winst of op een gedeelte daarvan. Niet noodzakelijk is dat concreet nadeel door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.