NJB 2017/2291
Prejudiciële vragen. Uitkering voor niet-genoten vakantiedagen. Boedelschuld. Hoge Raad: De uitkering in geld voor niet-genoten vakantiedagen moet na ontslag door de curator worden aangemerkt als een boedelschuld, ongeacht of deze betrekking heeft op vóór dan wel na de faillietverklaring opgebouwde vakantieaanspraken. De curator kan werknemers niet dwingen niet-genoten vakantiedagen op te nemen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/01157
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2017
- Wetingang
(art. 7:616, 7:625, 7:638 lid 2 en 5, art. 7:641, 7:645 BW; art. 40 lid 1 en 2 Fw; art. 61 WW; art. 392 lid 1 Rv)
Essentie
Prejudiciële vragen. Uitkering voor niet-genoten vakantiedagen. Boedelschuld. Hoge Raad: De uitkering in geld voor niet-genoten vakantiedagen moet na ontslag door de curator worden aangemerkt als een boedelschuld, ongeacht of deze betrekking heeft op vóór dan wel na de faillietverklaring opgebouwde vakantieaanspraken. De curator kan werknemers niet dwingen niet-genoten vakantiedagen op te nemen
Partij(en)
UWV, adv. mr. B.I. Kraaipoel, vs. mr. M. Aukema q.q., curator in het faillissement van A, adv. mr. M.E. Bruning.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Het UWV heeft vorderingen bij de curator ingediend met betrekking tot betalingen aan werknemers van de gefailleerde werkgever wegens niet-genoten vakantiedagen. ...