JWB 2014/217
Interregionaal recht, bevoegdheid Nederlandse rechter, alimentatie, wijziging, nihilstelling
HR 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1063
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 mei 2014
- Zaaknummer
13/04255
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1063, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:183, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑09‑2013
- Wetingang
Alimentatieverordening (Verordening (EU) nr. 4/2009), art. 1 Rv
Essentie
Interregionaal recht, bevoegdheid Nederlandse rechter, alimentatie, wijziging, nihilstelling
Samenvatting
Casus:
De verzoekster tot cassatie is de moeder van een in 1997 te Curaçao geboren kind. De verweerder in cassatie heeft het kind in 2001 erkend. Het kind verblijft met de verzoekster tot cassatie op Curaçao; de verweerder in cassatie woont in Nederland. Zowel de verweerder in cassatie als de verzoekster in cassatie en het kind hebben de Nederlandse nationaliteit. De verweerder in cassatie is bij een beschikking van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen in 2001 veroordeeld tot maandelijkse betaling van een bedrag aan de Voogdijraad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.