NJF 2018/327
Goederenrecht. Oude zakelijke recht (visrecht van de heerlijkheid Ooij) is in 1402 aan rechtsvoorganger van gedaagden in erfelijke leen uitgegeven en beweegt zich watervast mee met de verlegging van de bedding van de Waal.
Rb. Gelderland 21-03-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:1290
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
21 maart 2018
- Magistraten
Mrs. K.H.A. Heenk, O. Nijhuis, P.F.A. Bierbooms
- Zaaknummer
C/05/270629 / HZ ZA 14-395
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Goederenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBGEL:2018:1290, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 21‑03‑2018
- Wetingang
Art. 150 Overgangswet Nieuw BW
Essentie
Goederenrecht. Oude zakelijke recht (visrecht van de heerlijkheid Ooij) is in 1402 aan rechtsvoorganger van gedaagden in erfelijke leen uitgegeven en beweegt zich watervast mee met de verlegging van de bedding van de Waal.
Samenvatting
Partijen claimen beiden rechthebbenden te zijn op het heerlijke visrecht op de zuidelijke helft van de Waal langs een gedeelte van de Ooijpolder bij Nijmegen. De rechtbank oordeelt op basis van een deskundigenbericht en onder uitgebreide bespreking van oude documenten dat gedaagden hebben aangetoond de rechtsopvolgers te zijn van Gherit van Ooij aan wie het heerlijke visrecht in 1402 in erfelijke leen is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.