NJ 2023/181
Afwijzing voorwaardelijk verzoek om voor het bewijs gebruikte getuigen te horen ontoereikend gemotiveerd.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, C. Caminada
- Zaaknummer
21/04109
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS703443:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:406, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Afwijzing voorwaardelijk verzoek om voor het bewijs gebruikte getuigen te horen ontoereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Het hof heeft het voorwaardelijk verzoek tot het horen van twee getuigen afgewezen, waarbij het heeft overwogen dat de verdediging niet de (juistheid en betrouwbaarheid van de) door hen afgelegde verklaringen betwist. Hierin ligt als kennelijk oordeel besloten dat het horen van deze getuigen voor de bewijsvoering van geen enkel belang zal zijn of geen toegevoegde waarde zal hebben.
Dit oordeel is, nu de bewijsvoering van het hof mede steunt op de verklaringen van deze getuigen, niet zonder meer begrijpelijk. Aan het verzoek is ...