Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/283:283 Stelplicht verweerder
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/283
283 Stelplicht verweerder
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691597:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Bijv. in geval van derdenbeslag. De schuldeiser is gedurende zijn verzuim niet bevoegd maatregelen tot executie te nemen (art. 6:62 BW). Zie in dit verband HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2629, NJ 2012/445 met nt. A.I.M. van Mierlo.
HR 1 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB8648, NJ 2008/83 (APR/Lavrijsen). Zie ook Hof ’s-Hertogenbosch 21 juli 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2756 (stallen vrij van mest?).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Verweerder die zich bij een nakomingsvordering op schuldeisersverzuim van de wederpartij beroept, dient te stellen en zo nodig te bewijzen dat hij door zijn wederpartij niet in staat werd gesteld om aan zijn verplichting te voldoen c.q. verhinderd is zijn medewerking te verlenen.1 Eiser zal ter zake gemotiveerd verweer moeten voeren om niet het risico te lopen dat de rechter de feiten zoals verweerder die heeft gesteld als vaststaand beschouwt. Wil eiser aanvoeren dat zijn schuldeisersverzuim hem niet is toe te rekenen, dan berust bij hem ter zake stelplicht en zo nodig bewijslast (een contra-bevrijdend verweer).2