Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1045
Laat ingediende appelschriftuur en ontvankelijkheid beroep.
HR 03-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:585
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 september 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/02091
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:585, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
Laat ingediende appelschriftuur en ontvankelijkheid beroep.
Samenvatting
Niet-ontvankelijkverklaring in hoger beroep. Toepassing van 416 lid 2 Sv omdat een te laat ingediende appelschriftuur gelet op art. 410 lid 1 Sv niet als een appelschriftuur kan worden aangemerkt, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent beide bepalingen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 april 2012, nummer 22/004655-11, in de strafzaak tegen: B. Adv.: mr. J.T.C.M. Crepin, te Rotterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel I
Schending van het recht en/of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.