Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 11.45b Belangstellingsmeting
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
De belangstellingsmeting wordt uitgevoerd aan de hand van hetzij:
- a.
ouderverklaringen; dan wel
- b.
in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen, een marktonderzoek.
2.
De belangstellingsmeting:
- a.
geeft inzicht in het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag, bedoeld in artikel 11.45, eerste lid; en
- b.
vindt plaats binnen het voedingsgebied dat het eiland omvat van de beoogde plaats van vestiging van de school, scholengemeenschap of nevenvestiging.
3.
Het te verwachten aantal leerlingen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt berekend overeenkomstig de formule q = (y/x *100%) * w * z, waarbij:
- a.
voor de ouderverklaring geldt:
y = aantal leerlingen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar van wie in de ouderverklaring is aangegeven belangstelling te hebben voor de beoogde school, scholengemeenschap of nevenvestiging in de aanvraag;
x = totaal aantal leerlingen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan in het voedingsgebied, bedoeld in het tweede lid onder b;
w = het gemiddelde van het aantal leerlingen in de leeftijd van 12 jaar en in de leeftijd van 13 jaar in het voedingsgebied, bedoeld in het tweede lid onder b, op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag, gebaseerd op gegevens onder meer verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling te bepalen aantal verblijfsjaren, die de landelijke verhouding tussen het totaal aantal leerlingen en het aantal leerlingen in leerjaar 1 weergeeft van de schoolsoort, schoolsoorten of nevenvestiging waarop de aanvraag betrekking heeft;
z = een bij ministeriële regeling te bepalen correctiefactor.
- b.
voor het marktonderzoek geldt:
y = aantal leerlingen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar van wie in het marktonderzoek is aangegeven belangstelling te hebben voor de beoogde school, scholengemeenschap of nevenvestiging in de aanvraag;
x = totaal aantal leerlingen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar die aan het marktonderzoek heeft deelgenomen;
w = het gemiddelde van het aantal leerlingen in de leeftijd van 12 jaar en in de leeftijd van 13 jaar in het voedingsgebied, bedoeld in het tweede lid onder b, op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag, gebaseerd op gegevens onder meer verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling te bepalen aantal verblijfsjaren, die de landelijke verhouding tussen het totaal aantal leerlingen en het aantal leerlingen in leerjaar 1 weergeeft van de schoolsoort, schoolsoorten of nevenvestiging waarop de aanvraag betrekking heeft;
z = een bij ministeriële regeling te bepalen correctiefactor.
De aanvraag bevat de berekeningen die tot de uitkomsten van de formules, bedoeld onder a, of b, hebben geleid.
4.
De ouderverklaring, bedoeld in het eerste lid, heeft betrekking op één leerling in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar op 1 november van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan en wordt ingediend door de ouder van deze leerling.
5.
Het marktonderzoek, bedoeld in het eerste lid:
- a.
heeft betrekking op leerlingen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar;
- b.
wordt afgenomen onder de ouders van leerlingen, bedoeld in onderdeel a, op een wetenschappelijk verantwoorde manier door een onafhankelijk onderzoeksbureau dat aantoonbaar werkt volgens een door een brancheorganisatie opgestelde gedragscode met betrekking tot de uitvoering van marktonderzoek;
- c.
wordt uitgevoerd aan de hand van een aselecte steekproef uit de leerlingen, bedoeld in onderdeel a, die aantoonbaar representatief is voor die leerlingen; en
- d.
mag niet ouder zijn dan 24 maanden voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van de aanvraag.
6.
Indien uit de belangstellingsmeting van meer dan één aanvraag blijkt dat de voedingsgebieden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, elkaar overlappen en daardoor de som van de leerlingen voor wie belangstelling is aangetoond in het overlappende voedingsgebied groter is dan het totaal aantal leerlingen in het overlappende voedingsgebied, worden de aantallen van de leerlingen voor wie belangstelling is aangetoond in het overlappende voedingsgebied naar evenredigheid verminderd tot de som van het totaal leerlingen in het overlappende voedingsgebied voor wie belangstelling is aangetoond gelijk is aan het totaal aantal leerlingen in het overlappende voedingsgebied.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld aan de uitvoering van de belangstellingsmeting over:
- a.
de wijze waarop de belangstellingsmeting wordt uitgevoerd; en
- b.
de omvang van het marktonderzoek in relatie tot de minimale verhoudingen tussen de verschillende onderdelen van de formule voor de belangstellingsmeting, bedoeld in het derde lid, onderdeel b.