Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 11.50 Nevenvestiging
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Aan een school of scholengemeenschap kan naast een hoofdvestiging ook een nevenvestiging zijn verbonden.
2.
Een nevenvestiging komt tot stand door:
- a.
een samenvoeging als bedoeld in artikel 11.47; of
- b.
door vorming van een nieuwe nevenvestiging als bedoeld in artikel 11.43, vierde lid.
3.
Een nevenvestiging is gelegen in hetzelfde openbaar lichaam als de hoofdvestiging.
4.
Op een nevenvestiging kan onderwijs worden verzorgd in dezelfde schoolsoorten, in dezelfde profielen als bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, en in dezelfde leerjaren als op de hoofdvestiging.