FED 2023/45
Schending van het verdedigingsbeginsel waarbij wordt voldaan aan het andere afloop-criterium moet tot vernietiging van naheffingsaanslag bpm leiden omdat het opleggen van een naheffingsaanslag bpm in strijd met het non-discriminatieverbod moet worden geacht het recht van de Unie ten uitvoer te hebben gebracht.
HR 23-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1917, m.nt. mr. I. van den Eijnde
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/02604
- Noot
mr. I. van den Eijnde
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691385:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1917, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2022
- Wetingang
Art. 110 VWEU; het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel
Essentie
Schending van het verdedigingsbeginsel waarbij wordt voldaan aan het andere afloop-criterium moet tot vernietiging van naheffingsaanslag bpm leiden omdat het opleggen van een naheffingsaanslag bpm in strijd met het non-discriminatieverbod moet worden geacht het recht van de Unie ten uitvoer te hebben gebracht.
Samenvatting
Een importeur van een gebruikte personenauto heeft bij de berekening van de verschuldigde belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) gebruik gemaakt van de waardegegevens van een enigszins vergelijkbare personenauto uit een in de handel algemeen toegepaste koerslijst. De inspecteur heeft daaropvolgend een naheffingsaanslag bpm opgelegd voor een hoger bedrag op basis van een in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.