Einde inhoudsopgave
Paspoortbesluit
Artikel 2.6 Vaststelling aanspraken op reisdocumenten als bedoeld in artikel 11 of 13 van de wet
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-10-2020, Stb. 2020, 418 (uitgifte: 04-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2020, Stb. 2020, 462 (uitgifte: 24-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Burgerzaken / Reisdocumenten
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
De vaststelling van het recht op een reisdocument voor vluchtelingen als bedoeld in artikel 11 van de wet geschiedt op grond van de gegevens die over het verblijfsrecht en de nationaliteit van de aanvrager in de basisadministratie, dan wel in het daarvoor bestemde aanvraag-informatieformulier zijn opgenomen, alsmede aan de hand van het door de aanvrager overgelegde verblijfsdocument waaruit diens nationaliteit blijkt, en:
- a.
waaruit diens verblijfsrecht ingevolge artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 blijkt; of
- b.
waaruit diens verblijfsrecht ingevolge artikel 12a van de Wet toelating en uitzetting BES blijkt.
2.
De vaststelling van het recht op een reisdocument voor vreemdelingen als bedoeld in artikel 13 van de wet geschiedt op grond van de gegevens die over het verblijfsrecht en de staatloosheid van de aanvrager in de basisadministratie, dan wel in het daarvoor bestemde aanvraag-informatieformulier zijn opgenomen, alsmede aan de hand van het door de aanvrager overgelegde verblijfsdocument, waaruit het gegeven van diens staatloosheid blijkt, en:
- a.
waaruit diens verblijfsrecht ingevolge artikel 14 of 20 van de Vreemdelingenwet 2000 blijkt, of
- b.
waaruit diens toelating als staatloze in de openbare lichamen blijkt.
3.
Indien de in de basisadministratie, dan wel in het aanvraag-informatieformulier opgenomen gegevens afwijken van de gegevens die zijn vermeld in het door de aanvrager overgelegde verblijfsdocument dan wel anderszins onzekerheid bestaat over deze gegevens, wordt daarnaar een gericht onderzoek ingesteld waarbij de gegevens die over het verblijfsrecht en de nationaliteit dan wel staatloosheid van de aanvrager in de vreemdelingenadministratie zijn opgenomen, mede worden betrokken.
4.
Onze Minister stelt nadere regels over het aanvraag-informatieformulier.