RCR 2012/1
Ongerechtvaardigde verrijking. Biedt een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking soelaas bij benadeling gezamenlijke schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden in licht stelsel Faillissementswet?
HR 28-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ5986 (Ponzi-scheme, Van Hees q.q./Y)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/04341
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BQ5986
- Roepnaam
Ponzi-scheme
Van Hees q.q./Y
- JCDI
JCDI:ADS910110:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BQ5986, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑10‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BQ5986, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑09‑2010
- Wetingang
BW art. 6:212; Fw art. 47
Essentie
Ongerechtvaardigde verrijking.
Biedt een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking soelaas bij de benadeling van gezamenlijke schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden in het licht van het stelsel van de Faillissementswet?
Samenvatting
X heeft gedurende een aantal jaren een Ponzi-scheme in de lucht gehouden. Onder de belofte van zeer hoge rendementen op hun inleg worden hierbij deelnemers overgehaald grote geldsommen uit te lenen. Alhoewel de voorgestelde winsten niet worden gerealiseerd, wordt de schijn hiervan opgehouden door de voorgehouden rendementen uit te betalen met betalingen van nieuwe deelnemers. In casu heeft verweerster aan X een bedrag van € 1.436.470 geleend. X heeft verweerster terzake deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.